Ware eruditie in tijden van vrouwenhaat

(voor Anne Finch, Gravin van Winchilsea (1661 - 1720))

Je bent geboren als Anne Kingsmill in april 1661 in Sydmonton. Je was de dochter van een rijke familie. Je ouders waren Sir William Kingsmill van Sydmonton en Anne Haslewood. Je bent uitstekend opgeleid. Je was de jongste van drie kinderen. Je broer heette William en je zus heette Bridget. Vijf maanden na je geboorte overleed je vader. In 1662 hertrouwde je moeder met Sir Thomas Ogle, met wie ze samen een dochter kreeg, jouw halfzus Dorothy, met wie je de rest van je leven veel bent opgetrokken. Op je derde overleed je moeder.

Bridget en jij woonden bij jullie oma in Charing Cross, Londen. Je broer woonde bij zijn oom William Haslewood. Je oma eiste onderwijsgeld van oom William, die de erfenis van je moeder naar zichzelf toe had getrokken, ten nadele van Sir Thomas Ogle. Op je elfde overleed je oma en Bridget en jij kwamen bij oom William wonen. Je kreeg een uitgebreid onderwijs, met Griekse en Romeinse mythologie, Bijbelkennis, Frans, Italiaans, geschiedenis, drama en poëzie.

Op je eenentwintigste overleed oom William en je werd hofdame in het St.James's Palace. Je werkte voor het hof van Karel de Tweede en met name voor Maria van Modena, de tweede vrouw van James de Tweede. In het paleis begon je gedichten te schrijven en je deelde je liefde voor de poëzie met de hofdame Sarah Jennings en de hofdame/dichteres Anne Killigrew, die op haar 25-ste overleed door de pokken. Omdat Killigrew's poëzie door mannen werd bespot, hield jij je gedichten lange tijd geheim.

Op 15 mei 1684 trouwde je met kolonel Heneage Finch, een royalist en trouw aan de Stuart-dynastie. Je stopte als hofdame, maar via je man bleef je in contact met het hofleven. Je had een gelukkig huwelijk, wat je poëzie deed bloeien. Heneage ondersteunde je poëtische gave en jij dichtte openlijk over je passie voor hem, wat voor een vrouw not-done was in jouw tijd. Je schreef ook tegen de vrouwonvriendelijke houdingen. In 1688 werd James de Tweede onttroond en vluchtte hij naar Saint-Germain. Heneage en jij erkenden niet de nieuwe vorsten William en Mary van Oranje. Jullie bleven trouw aan Stuart. Heneage verloor zijn baan en jullie leefden een tijd bij vrienden. Jullie werden gepest, er kwamen boetes en ze gooiden jullie in de gevangenis.

In april 1690 werd Heneage gearresteerd en waren jullie zeven maanden uit elkaar gehaald. Je gedicht 'The Spleen' verscheen, een hoogtepunt. Je was depressief, wat in je poëzie tot uitdrukking kwam. Na de vrijlating van Heneage woonden jullie bij zijn neef Charles Finch, de vierde graaf van Winchelsea, op zijn landgoed in Eastwell Park. Daar bleef je ruim 25 jaar wonen. Charles was beschermheer van de kunsten en Heneage bundelde 56 door hem geredigeerde gedichten van jou. Je thema's waren metafysica, het natuurschoon en het belang van vriendschap. Je was bevriend met Jonathan Swift en Alexander Pope, die je aanmoedigden om onder je eigen naam te publiceren.

Je was down door de algemene onderdrukking van vrouwen. Op 4 augustus 1712 overleed Charles Finch, waardoor jij gravin werd. In 1713 verscheen 'Miscellany Poems, on Several Occasions'. In 1715 werd je ernstig ziek. Plus de druk op de Jacobieten, zoals jij, nam toe. Vriend Matthew Prior werd gevangen gezet. Financieel was het kantje boord. In 1718 overleed Maria van Modena aan borstkanker in het Château de Saint-Germain-en-Laye. Op 5 augustus 1720 overleed jij in Westminster. Je werd negenenzestig jaar en je bent op eigen verzoek op je Eastwell landgoed begraven.