Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Tegen de regels in lafhartig, respectloos gedood

(voor Jannetje Johanna Schaft (1920 - 1945))

Je bent geboren op 16 september 1920 in Haarlem. Je vader Pieter Schaft was leraar op de Rijkskweekschool en je moeder was de doopsgezinde Aafje Talea Vrijer.
Je bent beschermd opgevoed en je had weinig vrienden. Na de Tetterodeschool en de Hogereburgerschool ging je op je zeventiende aan de Universiteit van Amsterdam rechten studeren. Op school haalde je uitstekende cijfers en je was politiek bewust. Je was de vriendin van Philine Polak en Sonja Frenk, joodse medestudentes, die in de tweede wereldoorlog bij je ouders waren ondergedoken. Je was extra geraakt door de vervolging van de Joden.

In het begin van de oorlog verbrak je de studie en woonde je weer bij je ouders in de Van Dortstraat in Haarlem. Je weigerde als studente de loyaliteitsverklaring te ondertekenen en je bracht gestolen bonkaarten rond, je ontvreemdde en veranderde persoonsbewijzen voor joodse onderduikers en vrouwen van gearresteerde verzetsmensen. Je schuilnaam was 'Hannie' en je was lid van de communistische, Haarlemse Raad van Verzet, die aan gewapende acties deed, waardoor je schietles kreeg. Je had vooral contact met Truus en Freddy Oversteegen en de ex-staalarbeider Jan Bonekamp, met wie je een liefdesrelatie had. Samen met Truus en Freddy pleegde je diverse aanslagen op Duitse militairen en Nederlandse collaborateurs.

Op 8 juni 1944 beschoot je samen met Jan de NSB-er banketbakker Piet Faber, die zes dagen later overleed. Op 21 juni 1944 beschoten jullie ene W.M. Ragut en raakte Jan dodelijk verwond, terwijl jij op de Buitenrustlaan 22 onderdook. Jan overleed en na een inzinking herrees je als een extra gemotiveerde en krachtdadige verzetsheldin. Je effectieve wraak maakte je gehaat bij de Sicherheitspolizei. De vreselijke Willy Lages zat je op de hielen. Samen met Jan Heusdens probeerde je de politieman Willemsen te vermoorden, maar dat mislukte.
Je wilde samen met Truus de politieman Fake Krist doden, maar verzetsmensen uit Halfweg waren jullie voor. De Duitsers hebben als represaille tien mensen doodgeschoten. Door je vloeiende Duits ging je met Duitse soldaten om om inside-information te vergaren. Enkele verzetsmensen dachten dat je een verraadster was, maar je was een moedige spionne.

In Velsen werd op eigen houtje een boer vermoord, waarna jij de namen van de daders aan de leiding rapporteerde. Hun namen werden verraden aan de S.D., die hen heeft vermoord, wat niet jouw bedoeling was.
Op 1 maart 1945 schoot je samen met Truus de NSB-er Willem Zirkzee dood. Twee weken later was de kapper uit IJmuiden Ko Langendijk aan de beurt. Jan Bonekamp had het al eens geprobeerd.

Je werd 'Het meisje met het rode haar' genoemd en de Sicherheitsdienst maakte expliciet jacht op jou. Ze vonden dat je zinloze aanslagen pleegde. Je raakte uitgeput en je aandacht verslapte. Tijdens een wapencontrole bij de Jan Gijzenbrug in Haarlem werd je gearresteerd. In je tas zaten illegale kranten en een pistool. Je ontkende niets en je werd in opdracht van Emil Rühl naar de Amsterdamse gevangenis gebracht, waar Truus je nog probeerde te bevrijden.

Er was inmiddels een overeenkomst tussen de nazi's en de Binnenlandse Strijdkrachten om geen slachtoffers meer te maken, vooral geen vrouwen. Maar op 17 april 1945 werd je in opdracht van Willy Lages naar de duinen bij Bloemendaal gebracht. De NSB-rechercheur Maarten Kuiper beschoot je. Een schampschot. 'Ik schiet beter!', zei je vrouwmoedig als een laatste verzetsdaad. Getergd heeft Kuiper je laaghartig doodgeschoten.

Je werd vierentwintig jaar en je bent herbegraven op de Erebegraafplaats Bloemendaal in Overveen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 17 maart 2014


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen 171



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)