Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Offervaardig en onverschrokken

(voor Jacoba Maria Pulskens (1884 - 1945))

Je bent geboren op 26 mei 1884 in Tilburg. Je ouders waren Nicolaas Pulskens en Johanna Adams. Je vader was wever.
Je ging bij de nonnen naar de huishoudschool. Je werkte als schoonmaakster. Je woonde een tijd in Antwerpen en daarna was je schoonmaakster in Tilburg.
Je was een erg aardige vrouw en je was voor niemand bang. Je huisdeur was nooit op slot. In de tweede wereldoorlog vroeg je broer jou of je mensen wilde laten onderduiken.

Je hielp Joden, piloten van neergeschoten vliegtuigen en verzetsmensen. In februari 1943 hielp je twee Joodse meisjes. Ze schrokken eerst van je heksachtige uiterlijk, maar je bleek al snel heel lief te zijn. De meisjes verzorgden je haren en jij ging geregeld met hen wandelen, zelfs naar de kermis. Je vond dat zij ook frisse lucht nodig hadden, maar voorzichtig was het niet. De Duitsers kregen je in de gaten en op 13 mei 1943 waren er razzia's nabij de Diepenstraat. Toch kwamen ze nog niet bij jou langs, want ze wilden jouw verzetsgroep in één keer te grazen nemen.

Je buren, de familie Eerdewijk, deden ook mee met de onderduikpraktijken. Zij hadden een kruidenierswinkel en zij hielden voedselbonnen achter. Je was een doorgangsadres voor geallieerde piloten, die via België naar Engeland vluchtten.

De Eindhovense politieman Hendricus Aarts en Jan Brunnekreef uit Oisterwijk vervoerden na spertijd drie geallieerden naar jouw huis; de Australische Flight Officer Jacques Stewart Nott, de Engelse Flight Lieutenant Ronald Arthur Walker en de Canadese Flight Officer Roy Edward Carter. Carter zat hiervoor bij Bep en Leonie van Harssel ondergedoken en bij een ouder echtpaar. Deze vijf mannen gaan de kruidenierswinkel van Sjef en Anna van Eerdewijk binnen, waarna de drie geallieerden later achter het huis over de muur naar het huis van jou klommen. Bij jou wachtten ze op verder vervoer, maar de vluchtauto kwam niet terug.

Terwijl ze nog twee piloten zouden brengen, werden ze bij Moergestel door Duitse soldaten aangehouden. Ze mochten verder rijden, maar de Duitsers volgden hen en zij ontdekten zo de eindbestemming. Ze arresteerden hen. De piloten gingen naar een krijgsgevangenkamp. P.J. Haagen was betrokken bij dit tweede transport en ook hij werd samen met Aarts en Brunnekreef naar kamp Vught gebracht, waar ze alle drie werden doodgeschoten.

Op 9 juli 1944 werd Leonie van Harssel gearresteerd. Bep wist net op tijd te vluchten. In de Diepenstraat vielen ze per vergissing eerst een bakkerij binnen. Daarna arresteerden ze Sjef van Eerdewijk en gingen ze naar jouw huis, waar de drie piloten voor het middageten aan de keukentafel zaten. Ze schrokken van de inval en ze probeerden te vluchten, waarbij de Gestapo hen lafhartig doodschoten. Jij moest lakens halen om de lichamen te bedekken, wat je met een Nederlandse vlag deed. De lichamen werden in kamp Vught gecremeerd. Nott werd 26, Walker 21 en Carter 23 jaar. De moordenaars waren Michael Rothschopf, Karl Cremer en Karl Schwanz. Rothschopf schoot met een stengun. Ze kregen na de oorlog in Duitsland de doodstraf door ophanging. Rothschopf loog, dat de onderduikers zich niet wilden overgeven en dat ze hem aanvielen. Hij had bevel van zijn meerdere Hardegan gekregen om zo nodig te schieten uit zelfverdediging. Pure falsificatie. Het Openbaar Ministerie oordeelde, dat zij volgens een opgezet plan zijn vermoord.

Tijdens het verhoor wist je Sjef vrij te praten. Leonie en jij gingen via Vught naar het concentratiekamp Ravensbrück, waar jij op 17 maart 1945 bent vergast. Je had vrijwillig de plek van een moeder met kinderen ingenomen om hen te redden. Je werd zestig jaar. Leonie overleefde Ravensbrück.

Schrijver: Joanan Rutgers, 30 maart 2014


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 4 stemmen 471



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Henk Koster
Datum:
31 maart 2014
Email:
Henkkos1ziggo.nl
Joanan Rutgers
Ik volg al enige tijd jouw aansprekende verhalen. Ik word er soms even depressief van om steeds weer te lezen waartoe de mens in staat is als hij zich kan verschuilen achter "bevel is bevel" en "uit naam van". Het opwekken van deze gevoelens is op zich al een bewijs van de kwaliteit van deze micro-biografieën.

Henk Koster (zelfde als Custor)

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)