Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Het valluik van Thanatos was sterker dan Eros

(voor Julius Mordecai Pincas (1885 - 1930))

Je bent geboren op 31 maart 1885 in Vidin, Bulgarije. Je familie was Sefardisch Joods. Je vader Marcus Pincas was een graanhandelaar. Je verre familie kwam uit Ruse. Je behoorde tot de rijkste mensen van Vidin. Jullie kochten en exporteerden mais, rijst en zonnebloemen. Je Servisch-Italiaanse moeder Sophie was lid van een Sefardische familie uit Ruse. Ze verhuisde van Trieste naar Zemun, waar ze met jouw vader woonde en waar de oudste kinderen waren geboren. Daarna verhuisden ze naar Vidin. Thuis werd er Joods en Spaans gesproken.

Op je zevende verhuisde je naar Boekarest, waar je vader het bedrijf 'Marcus Pincas & Co' had. Als kind kon je al heel mooi tekenen. Je studeerde aan de kunstacademies in Wenen en München. Op je twintigste nam je het pseudoniem Paskin als achternaam. Dit was op aandringen van je familie, die je levenswijze afkeurde. Je werkte mee aan het Duitse, satirische weekblad 'Simplicissimus', opgericht door Thomas Theodor Heine en Albert Langen.

In december 1905 ging je naar Parijs. In 1907 ontmoette je de kunstschilderes Hermine Lionette Cartan David (Parijs, 1886), die ook lid was van de Ecole de Paris kunstenaars. Hermine en jij hadden een liefdesrelatie en jullie woonden samen in diverse ateliers in de Boheemse gemeenschappen van Montparnasse en Montmartre.

Op 3 oktober 1914 ging jij naar Amerika en op 31 oktober 1914 zeilde Hermine naar Amerika. Jij was leraar aan de Telfair Academy in Savannah. Je ging met Hermine naar New York City, waar zij een expositie had, net als in Miami, New Orleans en op Cuba. Hermine en jij trouwden in de City Hall van New York. Jullie getuigen waren de schilders Max Weber en Maurice Sterne. Je werd een genaturaliseerde Amerikaan en in 1920 keerde je terug naar Parijs, waar je het voorbeeld van de artistieke gemeenschap in Montparnasse was. Je droeg altijd een bolhoed en samen met je beste vriend, de kunstschilder Constant Detré, vertoefde je o.a. in Le Dôme Cafe en Le Jockey Club. Je was een vrolijke gast. Je ging nog enkele keren naar Bulgarije terug.

Je maakte duizenden aquarellen, schetsen, tekeningen en karikaturen, die je aan de kranten en tijdschriften verkocht. Je bestudeerde het tekenen op de Academie Colarossi. Je schilderde mannen en vrouwen. Je wilde een echte kunstschilder zijn en je vond dat je daarin faalde, omdat je te weinig succes had, waardoor je zwaar depressief werd, wat je probeerde weg te drinken met sterke drank. Je schilderde meestal breekbare jongedames, prostituées en modellen. Je verkocht je schilderijen zo snel mogelijk om het loon zo snel mogelijk in alcohol om te zetten. In je flat hield je met vrienden grote drinkpartijen en wanneer je ergens voor een diner was uitgenodigd, dan verscheen je met zoveel flessen wijn, als je mee kon tillen. Je verzorgde picknicks bij de Marne, wat hele middagen duurden.

Je feestte maar door, o.a. in de Select, Charlotte Gardelle en de Prinses Marfa's. Ernest Hemingway zag je bij Le Dôme, waar je door twee sexy modellen werd geflankeerd. Je werd een prooi van je suïcidale depressie en op 5 juni 1930 was je in je atelier in Montmartre, waar je eerst je polsen open sneed. Met je bloed schreef je 'Adieu Cecile' op een muur. Cecile was je ex-geliefde Cecile Krohg, de vrouw van de Noorse kunstenaar Per Lasson Krohg. Daarna heb je jezelf opgehangen. Je werd vijfenveertig jaar. Je landgoed was voor Hermine en Cecile. Duizenden mensen, incluis obers en barmannen, volgden je kist van je atelier op 36 boulevard de Clichy naar de Cimetière de Saint-Ouen. Na een jaar ben je herbegraven op Cimetière de Montparnasse. Hermine overleed in 1970 in Bry-sur-Marne.

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 augustus 2014


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen 432



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)