Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Zielsverdrietig dook je onder in de Seine

(voor Paul Celan (1920 - 1970))

Je bent geboren als Paul Antschel op 23 november 1920 in Chernivtsi, Oekraïne.
Je bent geboren in een Duitstalige, Joodse familie. Je vader Leo Antschel was een zionist. Je eerste woning was in de Wassilkogasse en je ging naar de Joodse school 'Savah Ivriak', waar in het Hebreeuws les werd gegeven. Je moeder Fritzi was een stevige lezeres van de Duitse literatuur en door haar was het Duits thuis de voertaal.

In je tienerjaren was je actief in Joodse, socialistische organisaties en je steunde de republikeinen in de Spaanse Burgeroorlog. Van 1934 tot 1938 studeerde je aan de Groot-gouverneur Mihai Preparatory School. Je begon poëzie te schrijven en je eerste gedicht was 'Moederdag 1938'.
In 1938 ging je naar Tours om daar geneeskunde te studeren. Door de Anschluss kon je niet in Wenen studeren en in je eigen land heerste het Joodse quotum. In Berlijn maakte je de Kristallnacht mee en je ontmoette je oom Bruno Schrager, die later in Auschwitz is vergast.

In 1939 ging je terug naar Chernivtsi en studeerde je literatuur en Romaanse talen. In juni 1940 hebben de Russen jouw grondgebied bezet en volgden er deportaties naar Siberië. In 1941 veroverden de nazi's jouw land en organiseerde het fascistische regime getto's, interneringen en dwangarbeid. In juli 1941 stak het SS-Einsatzkommando de Grote Synagoge in Chernivtsi in brand. Je kwam in een getto terecht, waar je de sonnetten van Shakespeare vertaalde en eigen poëzie maakte. Je werd gedwongen om het puin van een vernietigd postkantoor op te ruimen en om Russische boeken te verzamelen en te verbranden.

Vanaf juni 1942 werden de Joden opgepakt en gedeporteerd. Je probeerde je ouders te overtuigen om het land te verlaten, maar op 21 juni 1942 was jij niet thuis en werden je ouders gevangen genomen en naar een interneringskamp in het Gouvernement Transmistrië gebracht. Je vader overleed door de tyfus en je moeder raakte uitgeput door de dwangarbeid, waarna ze is doodgeschoten. Terwijl jij in een werkkamp zat, kreeg je dit verschrikkelijke nieuws. Je zat tot februari 1944 in dat werkkamp gevangen, waarna je door het Russische leger bent bevrijd.
Je keerde terug naar Chernivtsi, waar je verpleegkundige in een psychiatrisch ziekenhuis werd. Je werd gekweld door een enorm schuldgevoel jegens je ouders, omdat je niet bij hen was gebleven en omdat je hen nadrukkelijk had verzocht om onder te duiken.

Je dacht erover om naar Palestina te gaan. Van 1945 tot 1947 woonde je in Boekarest en was je actief binnen de Joodse, literaire gemeenschap. Je publiceerde je gedichten onder pseudoniemen en je vertaalde de Russische literatuur. Je ontmoette de Joodse dichteres Rose Ausländer, van wie je haar beeld 'zwarte melk' gebruikte in je gedicht 'Todesfuge', een meesterlijke beschrijving van horror en dood in een concentratiekamp. Rose zat in een getto en ze zat twee jaar ondergedoken. In 1957 zag je in Parijs Rose nog één keer terug.
Om het communistische regime te ontvluchten verhuisde je naar Wenen, waar je bevriend raakte met de dichteres Ingeborg Bachmann, die tevens je minnares was.

In 1948 verhuisde je naar Parijs en in dat jaar verscheen je dichtbundeldebuut 'Der Sand aus den Urnen' bij A. Sext te Wenen, inclusief 'Todesfuge'. Je was ook bevriend met de Joodse dichteres Nelly Sachs en met de Belgische dichter Jean Daive. Je was de eerste jaren in Parijs eenzaam en geïsoleerd.
Je ontmoette de Nederlandse zangeres en verzetsstrijdster Diet Kloos (Dordrecht, 1924).
Je was leraar Duits op het École Normale Supérieure.
In 1952 trouwde je met Gisèle Lestrange, een grafisch ontwerpster, geboren in Parijs. Dit huwelijk gebeurde ondanks het protest van haar aristocratische familie. In 1953 werd jullie zoon François geboren, die na de geboorte overleed.

In 1953 beschuldigde Claire Goll jou van plagiaat, want je zou van haar overleden man, de dichter Yvan Goll gestolen hebben, wat niet waar was.
In 1955 werd jullie zoon Eric geboren.
Vanaf 1967 woonden Gisèle en jij in aparte huizen.
Eind april 1970 heb je jezelf in de Seine verdronken. Je werd negenenveertig jaar en je bent op het Cimetière parisien de Thiais begraven.
In december 1991 is Gisèle bij jou begraven.

Schrijver: Joanan Rutgers, 5 februari 2015


Geplaatst in de categorie: idool

4.5 met 2 stemmen 594



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
6 februari 2015
Merci beaucoup, wijze Gabriëla, je reacties raken mijn hart, dat mag je best weten, want ik voel me met name door jou gezien! Ik weet het, 11 november...
Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
5 februari 2015
Een mooi en terecht eerbetoon aan een groot dichter, en aan een mens die onvoorstelbaar veel geleden heeft.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)