Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Het hoogstwrede tragedie van een Joodse dichteres

(voor Ilse Weber (1903 - 1944))

Je bent geboren als Ilse Herlinger op 11 januari 1903 in de wijk Vítkovice van Ostrava in Tsjechië. Op je veertiende schreef je al Joodse kindersprookjes, liederen en kleine toneelstukken voor kinderen. Die werden in diverse Duitse, Tsjechische, Oostenrijkse en Zwitserse dagbladen gepubliceerd. Je schreef in het Duits. Als kind leerde je zingen. Je speelde gitaar, luit, mandoline en balalaika. Toch wilde je geen muzikante worden, maar dichteres.

In 1928 verscheen 'Märchen' en in 1929 'Die Geschichten um Mendel Rosenbusch: Erzählungen für jüdische Kinder', je succesvolste boek. Hierin ontvangt een oude man een magische munt, waarmee hij onzichtbaar kan worden. Zo verricht hij anoniem goede daden voor zijn buren. Met scherpe observaties en milde humor beschreven.

In 1930, op je 27-ste, trouwde je met Willi Weber en ging je in Praag wonen. In datzelfde jaar werd jullie zoon Hanusch geboren.
Je schreef voor kindertijdschriften en voor de Tsjechische radio. Vanaf 1933 correspondeerde je met je beste vriendin Lilian Löwenadler, de dochter van een Zweedse diplomaat, die in Engeland woonde.
In 1936 verscheen 'Das Trittrollerwettrennen'. In 1938 stuurden Willi en jij de acht-jarige Hanusch naar Lilian en haar nieuwe man. Hunusch ging daarna naar Lilian's moeder in Stockholm.

Je jongste zoon Tommy, Willi en jij moesten naar het Praagse getto. In februari 1942 arriveerden jullie in het concentratiekamp Theresienstadt. Jij werkte als nachtzuster in de ziekenboeg van de kinderen in het kamp. Je deed van alles om de jonge kinderen te helpen, zonder de hulp van de geneeskunde, want dat was voor Joodse gevangenen ten strengste verboden. Je schreef pakweg zestig gedichten tijdens je gevangenschap, waarbij je vele op muziek zette, o.a. 'Ich Wandre durch Theresienstadt', 'Auf Wiedersehen, Freund', 'Und der Regen fällt', 'Wiegala' en 'Bekenntnis zum Glauben'. Je zag Willi en Tommy maar zeer sporadisch en vluchtig.

In oktober 1944 werd Willi naar Auschwitz gedeporteerd. Hij had nog gauw jouw gedichten en liedjes onder de vloer van een schuur begraven. Je verloor het contact met Willi. Toen alle kinderen in de ziekenboeg ook naar Auschwitz gedeporteerd werden, besloot jij om samen met Tommy vrijwillig met hen mee te gaan, ook in de hoop om Willi terug te zien. Eenmaal in Auswitz werden Tommy, de vijftien zieke kinderen en jij direct naar de gaskamers gebracht. Een kennis van jou werkte daar in de buurt en jij vroeg hem of jullie gingen douchen. Hij vertelde jou de bittere waarheid en dat ze moesten gaan zitten, want dan werkte het gas sneller. En dat je liedjes met de kinderen moest zingen. Jij werd eenenveertig jaar.

Willi overleefde de ontberingen en hij werd herenigd met Hanusch. Hij heeft de verstopte poëzie en liederen opgegraven. Lilian overleed ook in de oorlog en haar man vond jouw gedichten op zijn zolder, met o.a. het ontroerende 'Brief voor mijn zoon'. Je schreef eerlijk over de gebeurtenissen in het concentratiekamp, je medegevangenen en vooral de kinderen. Je schreef over verlaten koffers, heimwee en de dood.
Willi overleed in 1974. In 1977 noemde Hanusch zijn zoon Tommy, ter ere van zijn jongere broer.

In 2004 verscheen het boek 'Ilse: A Love Story Without a Happy Ending' van je zoon Hanusch.

In 2007 verscheen het album 'Terezín - Theresienstadt' van de mezzosopraan Anne Sofie von Otter, die jouw cabaret-liedjes zingt.
In 2008 verscheen 'Wann wird das Leiden ein Ende haben' bij Carl Hansen Verlag, een verzameling van jouw brieven en gedichten, uitgezocht door de historica Ulrike Migdal.
Op 22 mei 2008 was er in Berlijn een cultureel programma ter herdenking van jouw schrijfwerk, waar Hanusch ook bij was.

Schrijver: Joanan Rutgers, 5 april 2015


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 2 stemmen 127



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)