Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De tragische bloedbroeder van André Breton

(voor Robert Rius (1914 - 1944))

Je bent geboren op 25 februari 1914 in het dorpje Château-Roussillon. Je woonde op het platteland en op je vierde is je vader overleden. Je studeerde aan het jezuïetencollege Saint-Louis de Gonzague. Je vader Raoul Rius was de eigenaar van een grote wijngaard en je familie was militaristisch. Je moeder Rosine Lanolier was afkomstig uit Narbonne.

Enkele jaren na het overlijden van je vader hertrouwde je moeder en kreeg zij samen met haar nieuwe man de dochters Louise-Marie en Helene Blanc. Op je veertiende werd je door de jezuïeten van school gestuurd, omdat je veel te brutaal was. Datzelfde gebeurde ook op andere scholen. Desalniettemin werd je een beroemde, surrealistische dichter, kunstcriticus, theoreticus, historicus en fotograaf.

Je begon je carrière als journalist bij het satirische weekblad 'Le Coq Catalan', opgericht door de dichter Albert Bausil. Je twee beste vrienden werkten ook bij dit blad, de dichter Charles Trenet en de surrealistische kunstschilder Espinouze Henry. In 1932 ging je met je vrienden naar Parijs. Je was uitvoerend kunstenaar bij de poster-uitgever Auguste Arman Colin en je schreef columns in Zuid-Franse kranten. Je raakte betrokken bij de Spaanse Burgeroorlog en in 1937 was je lid van een surrealistische groep. Vanaf 1937 tot 1940 werkte je nauw samen met André Breton en zijn Gradiva Gallery, wat een trieste mislukking werd. In 1938 was je mede-oprichtster van de Federatie voor een Revolutionaire en Onafhankelijke Kunst.

Je belangrijkste surrealistische schildervrienden waren: Pablo Picasso, Esteban Frances, Yves Tanguy, Victor Brauner, Roberto Matta, Jacques Herold en Remedios Varo Uranga. In 1939 verbleef je in Chemillieux. Je hield van zeldzame boeken, insekten en vlinders. Je woonverblijven stonden vol boeken en schilderijen van o.a. Picasso, Ernst, Tanguy, Brauner en Matta. Je was een warmbloedig en gul mens. Samen met André Breton, de uitvinder Benjamin Peret en Remedios Varo bedacht je het surrealistische spel 'Het communiqué tekenen'.

Je ging samen met je vrienden naar de villa 'Crépuscule' in Canet-Plage, nabij Perpignan. Jullie vertoefden ook geregeld nabij Marseille, waar Breton naartoe gevlucht was. In mei 1940 verscheen jouw surrealistische boek over vlinders en de filosoof/theoloog/dichter Raymond Lull, geïllustreerd door Brauner. In het najaar van 1940 ging je terug naar Parijs en werd je één van de belangrijkste oprichters van het verzetstijdschrift 'Pen Hand', afgeleid van de dichtregel 'De hand aan de pen is al even erg als de hand aan de ploeg' van Arthur Rimbaud. Sommige leden van dit tijdschrift deden mee aan de gewapende strijd tegen de nazi's. Acht leden overleefden dit niet. Breton was absent.

In juni 1941 trouwde je met de surrealistische dichteres Laurence Iché, de dochter van de beeldhouwer René Iché en het model Rosa Achard. Vanaf 1942 zat je in het gewapend verzet. Je verbleef in Miélan, Villebéon en Achères. Laurence en jij kregen samen een dochter, Aurelia, die op 5 augustus 1943 overleed.

Op 4 juli 1944 ben je gearresteerd en werd je in de gevangenis van Fontainebleau zwaar gemarteld. Je weigerde om informatie los te laten en op 21 juli 1944 ben je op de vlakte van Chanfroy door de Gestapo doodgeschoten, samen met je poëzieminnende vrienden Charles Jean Simonpoli en Marco Ménégoz en twintig andere verzetsstrijders. Je werd dertig jaar. Laurence hertrouwde met de abstracte kunstschilder José Viola Gamon, die in 1987 overleed. Zij overleed in 2007 in Madrid.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 mei 2015


Geplaatst in de categorie: idool

4.7 met 3 stemmen 37



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)