Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Bijna 36 jaar de weduwe van Max Ernst

(voor Dorothea Tanning (1910 - 2012))

Je bent geboren op 25 augustus 1910 in Galesburg.
Op je achttiende ging je voor twee jaar naar het Knox College en daarna verhuisde je naar Chicago.
Op je 25-ste ging je naar New York, waar je kunstenares was. Je was schilderes, grafica, beeldhouwster, schrijfster en dichteres.
In 1930 zat je drie weken op de Chicago Academy of Fine Art, maar verder was je volstrekt autodidactisch. Je ontdekte het surrealisme in het Museum of Modern Art, waar in 1936 de expositie 'Fantastische Kunst, Dada en het surrealisme' was.

Na een relatie van acht jaar trouwde je in 1941 met de schrijver Homerus Shannon, welk huwelijk kort duurde.

De kunstadviseur van het warenhuis Macy's was geraakt door jouw creatieve talent bij het illustreren van mode-advertenties en hij stelde jou aan de kunsthandelaar Julien Levy voor, de eigenaar van de Julien Levy Gallery, waar je in 1944 je eerste solo-expositie had en in 1948 je tweede solo-expositie. Via Julien kwam je in contact met andere surrealisten, zoals de Duitse schilder Max Ernst. Max had je in 1942 voor het eerst ontmoet op een feest. Hij bezocht je atelier om werk voor De Kunst van deze eeuw Galerij, eigendom van zijn vrouw Peggy Guggenheim, uit te zoeken.

Max raakte betoverd door je schilderij 'Verjaardag, 1942', waarop je jezelf topless en dierlijk had geschilderd. Je speelde schaak met hem en jullie werden verliefd op elkaar. Jullie woonden in Sedona, Arizona, en na een aantal jaren in New York verhuisden jullie naar een huis in de woestijn, nabij Sedona met de rode zandsteen rotsformaties. Daar ontmoette je vele vrienden, o.a. Dylan Thomas.

In oktober 1946 trouwde je met Max, terwijl Man Ray tijdens die ceremonie met de danseres/het model Juliet P. Browner trouwde. In 1949 woonden jullie in Parijs en Touraine en soms weer in Sedona. Op 1 april 1976 werd hij op Père Lachaise begraven.

Je was een detaillist en je onwerkelijke scènes combineerde je soms met erotische onderwerpen met raadselachtige symbolen en desolate ruimten.
Je was bevriend met Marcel Duchamp, John Cale en Joseph Cornell.
Je ontwierp decors en kostuums voor enkele balletten van George Balanchine en je speelde in twee avant-garde films van Hans Richter.
Na je surrealistische periode ging je verder met je eigen unieke stijl, die meer suggestief en gefragmenteerd was. Weer later werkte je bijna geheel abstract, maar wel met vrouwelijke vormen. Je maakte driedimensionale kunstwerken van stof, sculpturen, zoals 'Hôtel du Pavot, Chambre 202'.

Als grafica werkte je samen met Georges Visat, de dichters Alain Bosquet en Rene Crevel, Lena Leclerq en de schrijver André Pieyre de Mandiargues.
Vanaf 1980 maakte je schilderijen, tekeningen, collages en prints.
Je woonde in je huis/atelier in New York.
In 1986 schreef je je memoires 'Birthday', naar je beroemde schilderij, en in 2001 verscheen de uitgebreide versie 'Between Lives: An Artist and her World'.
Je vriend en mentor James Merrill stimuleerde jou om poëzie te schrijven. James had o.a. een relatie met Hans Lodeizen gehad.
Je publiceerde in 'The Poet', 'The Paris Review' en 'The New Yorker'.
In 2004 verscheen je eerste dichtbundel 'A Table of Contents' en in 2011 je tweede dichtbundel 'Coming to Die'.

Op je honderdste leeftijd waren er exposities in New York, Seillans, Brühl, Stockholm en Rennes les Bains.
Op 31 januari 2012 overleed je in je huis in Manhattan. Je werd 101 jaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 juni 2015


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 3 stemmen 62



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)