Een getekend leven als wijze nar

(voor Thomas Rowlandson (1756 - 1827))

Je bent geboren op 13 juli 1756 in Londen. Je familie was oud-Joods en je bent het volgende jaar 1757 in de St. Mary Colechurch gedoopt.
Je ouders waren William en Mary Rowlandson. Je vader was een wever, die in 1759 failliet werd verklaard en eind 1759 verhuisde hij met zijn gezin naar Richmond, North Yorkshire. Je oom James overleed in 1764 en zijn weduwe, tante Jane, betaalde de schoolkosten voor jouw school in Soho Square. Een klasgenoot van jou was Richard Burke, de zoon van de Ierse staatsman/auteur/filosoof Edmund Burke.

Al voor je tiende levensjaar maakte je humoristische karikatuurtekeningen van je leraren. In 1765 begon je aan de Soho Academy te studeren, waar je hoogstwaarschijnlijk tekenlessen hebt gekregen. Van je zestiende tot je achttiende studeerde je aan een Parijse tekenacademie. Je leerde het tekenen van de menselijke figuren en je begon met het maken van karikaturen. Je bestudeerde o.a. het werk van de beeldhouwer Jean-Baptiste Pigalle. In 1772 verliet je deze school en ging je aan de Royal Academy of Arts studeren, Piccadilly Circus, Londen. Op je reizen door Europa maakte je vele sketches van het leven en karakters.

In 1775 exposeerde je de tekening 'Dalilah vereert Sampson tijdens een bezoek in de gevangenis in Gaza' in de Koninklijke Academie. In 1777 kreeg je een zilveren medaille voor een bas-reliëf figuur. Je was een veelbelovende student.
Na het overlijden van tante Jane erfde je 7000 pond, waarmee je jezelf volop in de uitspattingen van de stad stortte. Je zat wel 36 uur lang aan de speeltafel. Nadat je arm was geworden, ging je als karikaturist aan het werk. Je vrienden James Gilbray en Henry William Bunbury waren als karikaturisten je grote voorbeelden.

In 1785 verscheen je gegraveerde tekening 'Vauxhall Gardens', dat een groot succes was. Je tekende o.a. Georgiana Spencer, de hertogin van Devonshire, de achter-achter-oudtante van Diana Spencer, Princess of Wales. Je tekende ook de schrijver/dichter Samuel Johnson, de biograaf/dagboekschrijver James Boswell, de romancier/dichter Oliver Goldsmith, de actrice/schrijfster Mary Robinson, de eerste, openbare maîtresse van koning George de Vierde, die je naast haar tekende. Je werkte vooral in dienst van de kunst-uitgever Rudolph Ackermann, die in 1809 de 'Schoolmeester's Tour' heeft uitgegeven, waar vijf edities van verschenen.

In 1920 volgde 'Dr. Syntax op zoek naar troost' en in 1921 'Dr. Syntax op zoek naar een Vrouw'. Je maakte ook veel erotische prenten en houtsneden. Je wist veel puriteinse denkbeelden te doorbreken, o.a. met de prenten 'De ontdekking', 'De nieuwsgierige priester', 'Het engagement', 'Jagersgeluk', 'De vrome zondaar', 'Geestelijke verfrissing', 'De schommels' en 'Geluk'.

Je werkte eerst met een rietpen, waarna je op subtiele wijze de boel inkleurde. Daarna werden de tekeningen geëtst op het koper en daarna ge-aquatint door een professionele graveur en werd er met de hand ingekleurd.

Je behandelde met name de verschillende aspecten en incidenten van het sociale leven. Je vriend en beschermheer Matthew Michell kocht honderden schilderijen, die hij in zijn buitenverblijf, Grove House in Enfield, tentoonstelde. Nadat Matthew overleden was, heeft zijn neef, Sir Henry Onslow, in 1818 de totale inhoud van Grove House verkocht.

Op 21 april 1827 overleed je in Londen. Je werd 72 jaar en je bent begraven in St. Paul's in Covent Garden.

Thomas Rowlandson Ma Matthew Michell James Gilbray

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

4.0 met 2 stemmen 469