Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een oud-SS-er ontnam je de Fontane-Preis

(voor Masha Kaléko (1907 - 1975))

Je bent geboren als Golda Malka Aufen op 7 juni 1907 in Galicië Chrzanów, Oostenrijk-Hongarije en nu Polen.
Je vader was de Joods-Russische zakenman Fischel Engel en je moeder was de Joods-Oostenrijkse Rozalia Haya Reisel Aufen.
In het begin van de Eerste Wereldoorlog nam je moeder je zus Lea en jou mee naar Duitsland om aan de pogroms te ontsnappen. In Frankfurt zat je op de basisschool. Je Russische vader werd als een vijand beschouwd. In 1916 verhuisden jullie naar Marburg en in 1918 naar Berlijn. Je was een goede leerling, maar je vader vond dat een meisje niet hoefde te studeren.

In 1922 zijn jouw ouders getrouwd en werd je Masha genoemd. In 1925 deed je kantoor-onderwijs. 's avonds studeerde je filosofie en psychologie aan de Lessing-Universiteit en de Friedrich Wilhelm Universiteit aan Unter den Linden.
In 1928 trouwde je met de leraar Hebreeuws Saul Aaron Kaleko.
In het Romanisches Café kwam je met de artistieke avant-garde in contact, zoals Else Lasker-Schüler, Erich Kästner, Bertolt Brecht, Stefan Zweig, Erich Maria Remarque en Otto Dix.

In 1929 verschenen je eerste gedichten in het tijdschrift 'Der Querschnitt'. Je schreef over de vrolijke en melancholische uitstraling van de gewone mensen. In 1933/1934 studeerde je aan de Reimann Schule reclame en publiciteit.
In 1933 publiceerde je het 'Lyrische Stenogrammheft', over de filosoof Martin Heidegger.
In 1935 verscheen 'Kleines Lesebuch für Grosse'. De boekverbrandende nazi's wisten nog niet dat jij Joods was.
Je was ook lid van het cabaretgezelschap Kuka, net als Rosa Valetti, Claire Waldoff, Annemarie Hase en Tatjana Seis.

In december 1936 werd jouw zoon Evjatar Alexander Michael geboren, die in ballingschap Steven werd genoemd. Zijn vader was de dirigent en musicoloog Chemjo Vinaver, jouw latere, tweede echtgenoot, want op 22 januari 1938 zijn Saul en jij gescheiden en zes dagen later trouwde je met Chemjo.
In september 1938 emigreerden jullie naar Amerika.
Je schreef reclameteksten over water en kindergedichten.
In 1939 publiceerde je teksten in het Joodse maandblad 'Aufbau'.
In 1944 kregen Chemjo, Steven en jij het Amerikaanse staatsburgerschap. Van 1942 tot 1957 woonden jullie in Greenwich Village, Manhattan.

Na de oorlog kreeg je in Duitsland weer een lezerspubliek. In 1960 zou je de Fontane-Preis van de Akademie der Künste in Berlin West krijgen, maar het jurylid Hans Egon Holthusen weigerde dat te doen. Hans was een voormalige SS-er in het regiment van de SS-Oberführer Julius Schreck, de chauffeur/bodyguard van Adolf Hitler, die in 1936 door meningitis overleed.

Omwille van je man ging je met hem mee naar Jeruzalem. Je leed sterk door jouw taalkundige en culturele isolement. Je was teleurgesteld en eenzaam.

In 1968 overleed jullie zoon Steven in Pittsfield. Steven was toneelschrijver/regisseur en hij had een ernstige ziekte. Hij werd 31 jaar.
Eind 1973 overleed Chemjo in Tel Aviv. Je had het plan om in Berlijn een klein appartement te kopen. Op de terugreis maakte je een tussenstop in Zürich, waar je op 21 januari 1975 aan maagkanker overleed.
Je werd 67 jaar en je bent op de Joodse begraafplaats in Zürich-Friesenberg begraven.

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 oktober 2016


Geplaatst in de categorie: idool

4.3 met 3 stemmen 41



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)