Diep geschokt door de vermoorde, eerste premier van Hongarije

(voor Mihály Zichy (1827 - 1906))

Je bent geboren op 15 oktober 1827 in Zalu in Hongarije. Je stamde af van een adellijk, Hongaars geslacht en je was dan ook een graaf. Je was een belangrijke vertegenwoordiger van de Hongaarse, romantische schilderkunst. Vanaf je veertiende studeerde je rechten in Pest. Je ging in de leer bij de portretschilder/lithograaf Jakab Marastoni, net als Károly Lotz, Soma Orlai Petrich en Mihály Kovács. Jakab werd blind en hij overleed in een psychiatrische inrichting in Pest. Hij werd 56 jaar. Zijn schilderij 'Griekse vrouw' uit 1850 is werkelijk betoverend mooi.

In 1844 was jij in Wenen de leerling van Ferdinand Georg Waldmüller, die een hoogleraar aan de Academie voor Schone Kunsten was. Hij was getrouwd met de zangeres Katharina Weidner. Drie van zijn allermooiste schilderijen zijn 'Badende Vrouwen bij de Bocht', 'De Liefdesbrief' en 'Na schooltijd'. Waldmüller was zijn tijd ver vooruit. In 1847 schilderde jij 'Reddingsboot', wat tegenwoordig een extra dimensie heeft gekregen.

In 1847 vroeg Grootvorstin Elena Paulowna van Rusland jou om haar dochter Catharina Michajlovna tekenles te geven, wat je graag wilde doen. Door tsaar Alexander de Tweede van Rusland werd je een bekroonde rechtbankkunstenaar en een hofschilder.

Waldmüller gaf jou de raad om een tekenleraar in Sint-Petersburg te worden. In 1849 schilderde jij Graaf Lajos Batthyány de Németújvár, de eerste premier van Hongarije, die op 6 oktober 1849 in Pest door een vuurpeloton van het Oostenrijkse keizerrijk werd doodgeschoten. Hij werd 42 jaar. Het Oostenrijkse keizerrijk stond onder leiding van Ferdinand de Eerste van Oostenrijk, van wie er in 1870 een foto is gemaakt, waar je duidelijk op ziet hoe zijn geweten getergd werd door het bloed aan zijn handen, maar hij was niet de enige, want Prins Felix van Schwarzenberg was ook in deze moordzaak betrokken. Je was diep geschokt, temeer omdat jij graaf Lajos Batthyány de Németújvár nog niet zo lang geleden had geportretteerd.

Vanaf 1850 was je retoucheur en maakte je potloodtekeningen, aquarellen en olieverfportretten. Uit jouw erotische tekeningen straalt een unieke, warme intensiteit en je wist de echtgenoten als totaal gelijkwaardige partners te treffen. Als bijzonder mooie man had je de vrouwen voor het uitkiezen.

Van 1875 tot 1881 verbleef je in Parijs, waar je bevriend was met de Belgische kunstschilder/graficus/karikaturist Félicien Rops en de beeldend kunstenaar/graveur/illustrator Paul Gustave Doré. Je werkte voor diverse, elkaar opvolgende tsaren. Na korte verblijven in Nice en Wenen keerde je naar Sint-Petersburg terug. In 1881 was je in Tbilisi (Georgië), waar je 35 illustraties voor 'De ridder in het pantervel' maakte. Verder maakte je vooral illustraties bij 'De tragedie van de Mens' van de Hongaarse, adellijke schrijver/dichter Imre Madách, die op zijn 41-ste overleed. Imre werd door de schrijver/dichter/journalist János Arany aangemoedigd.

Bij 24 balladen van János Arany maakte jij illustraties. Je maakte ook illustraties bij het werk van de dichter Sándor Petófi, die op zijn 26-ste overleed, en bij het werk van de Russische dichter/schrijver Michail Lermontov, die op zijn 26-ste in een duel met een mede-officier overleed.

Jij overleed op 28 februari 1906 in Sint-Petersburg. Je werd 78 jaar en je bent op de Kerepesi-begraafplaats in Boedapest begraven.