Een Italiaanse kunstfotografe met een Mexicaans temperament

(voor Tina Modotti (1896 - 1942))

Je bent geboren als Assunta Adelaide Luigia Modotti op 16 augustus 1896 in Udine, Italië. Jouw vader Giuseppe was een metselaar en jouw moeder Assunta was een naaister. Als jong meisje leerde jouw oom Pietro Modotti jou de geheimen van de fotografie. Op jouw zestiende emigreerde je met jouw vader naar San Francisco. Jouw vader had daar een fotostudio. Je werd aangetrokken door de podiumkunsten en ondersteund door de Italiaanse gemeenschap in de San Francisco Bay Area. Je experimenteerde met het acteren en je verscheen in diverse toneelstukken, opera's en stille films.

In 1917 ontmoette je de kunstenaar/dichter Ruby Ritchie, die zichzelf Roubaix de l'Abrie Richey noemde. In 1918 kregen Ruby en jij een relatie en gingen jullie naar Los Angeles, waar jij aan jouw filmcarrière werkte. Je speelde meestal een femme fatale. In 1920 speelde je in 'The Tiger's Coat', in 1921 in 'Riding With Death' en in 1922 in 'I Can Explain'. Twee van jouw collega-bohemiens waren de gedoemde schrijver Ricardo Gómez Robelo en de kunstfotograaf Edward Weston, die je in Los Angeles had ontmoet, net als de fotografe Margrete Mather.

Edward Weston stimuleerde jou om een kunstfotografe en een documentairemaakster te worden. In 1921 was je de minnares van Edward, voor wie je modelleerde. Op 9 februari 1922 overleed Ruby in Mexico-City aan de pokken. Niet lang daarna overleed jouw vader. Ricardo werd de directeur van het Ministerie van de Schone Kunsten in Mexico en hij lokte jou naar Mexico. In 1923 ging Edward met zijn zoon Chandler naar jou in Mexico-City en verliet hij zijn vrouw Flora May Chandler en hun vier kinderen voor jou. Hij had er al een relatie met Margrete op zitten.

Jij kreeg een goede relatie met Manuel Alvarez Bravo, de kunstschilder Diego Rivera, de schrijfster Guadalupe Marín, de schilder Jean Charlot en Frida Kahlo. Je werd in Mexico gefascineerd door de mensen, die je op modernistische wijze vastlegde. Je was dol op de muurschilderingen van Rivera, die je zoveel mogelijk fotografeerde. Je wist op bijzondere wijze de boeren en arbeiders vast te leggen. In november 1926 ging Edward naar Californië terug. Jij raakte betrokken bij politieke radicalen en communisten.

Je werd de minnares van drie Mexicaanse, Communistische Partij leiders; Xavier Guerrero, Julio Antonio Mella en Vittorio Vidali. Je sympathiseerde met de Mexicaanse Revolutie en in 1928 ging je naar Carmel terug, waar je een nieuw atelier opende. Julio werd op 10 januari 1929 met pistoolschoten vermoord. Hij werd 25 jaar en de Mexicaanse regering probeerde jou zelfs verantwoordelijk te stellen via jouw naaktfoto's. Rivera verdedigde jou. Hoogstwaarschijnlijk was de Italiaanse communist Vittorio Vidale de ware moordenaar en was er sprake van een crime passionel, omdat Vittorio jaloers was en ook een passie voor jou koesterde, wat logisch was.

In 1930 werd je uit Mexico verbannen, vanwege jouw communistische inslag. Je woonde enkele maanden in Berlijn en enkele jaren in Moskou, waar je in 1931 ging wonen. Na 1931 heb je niets meer gefotografeerd. In 1939 ging je vanuit Spanje terug naar Mexico. Op 5 januari 1942 overleed je door hartfalen in Mexico-City, terwijl je na een diner met Pablo Neruda met een taxi huiswaarts keerde. Je werd 45 jaar en je bent in het Pantéon de Dolores begraven.