Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een weerloos, artistiek echtpaar in een beestenwagon

(voor Else Berg (1877 - 1942))

Je bent geboren op 19 februari 1877 in Ratibor, vroeger van Duitsland, nu van Polen. Jouw ouders kwamen uit West-Pruisen en ze gingen naar Ratibor om hun levensstandaard te verbeteren. Jij was hun jongste dochter. Je groeide op in een modern, liberaal, Joods gezin met zes kinderen. Jouw vader runde een kleine sigarenfabriek.

Vanaf 1895 studeerde je aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en in Parijs kreeg je les in het atelier van J.C. Laurens, net als Henri Le Fauconnier. Je kreeg daar een passie voor het kubisme en luminisme. Vanaf 1900 studeerde je aan de Hochschule der Künste in Berlijn, waar je les kreeg van de realistische historieschilder Arthur Kampf, met zijn onheilspellende achternaam. Deze Kampf werd later een nazi-lid en hij kreeg van de nazi's veel lof en eretitels.

Je huurde in Berlijn een atelier, wat een ontmoetingsplek voor de Berlijnse schilderswereld was. Rond 1909 kreeg je bezoek van jouw Nederlandse, uit Zutphen afkomstige neef Samuel Leser (Mommie) Schwarz, die in New York had gewoond en die ook schilderde. Je ging samen met Mommie naar Parijs om de moderne kunst te bestuderen, nog voordat Leo Gestel, Jan Sluijters en Piet Mondriaan naar Parijs gingen. Mommie kreeg pas aan het einde van de jaren twintig succes, terwijl jij altijd succes had.

Mommie en jij gingen intensief met elkaar om en jullie reisden veel naar het buitenland. Jullie hebben elkaar sterk beïnvloed en soms is het verschil van jullie schilderwerk nauwelijks zichtbaar. In 1913 exposeerde je op de expositie van De Onafhankelijken, net als o.a. Leo Gestel en Jan Sluijters. Vanaf 1914 verbleven jullie vaak in de omgeving van Bergen, waar jullie lid waren van de Bergense School, een expressionistische kunststroming. Jullie waren ook binnen de Amsterdamse kunstwereld actief.

In 1910 werkte je in Amsterdam, in 1912 en 1937 werkte je in Italië, in 1913-1914 op Mallorca, samen met Leo Gestel en zijn vrouw, van 1914 tot 1921 in Amsterdam, Bergen en Schoorl, in 1915 en 1925 in Mantauban (Frankrijk), van 1921 tot 1923 in Italië, Zuid-Limburg en Frankrijk, in 1926 en 1931 in Joegoslavië en Turkije en in 1927 op studiereis naar België, naar de mijnstreek bij Luik, waar je mijnwerkers, een circus en een kermis schilderde.

Mommie en jij waren goed bevriend met Leo Gestel en Charley Toorop, die jou volop beïnvloed heeft. In 1920 zijn Mommie en jij getrouwd, waarbij jij de Nederlandse nationaliteit kreeg. Je was ook aquarelliste, tekenares, graficus, lithograaf, maakster van houtsnedes en ontwerpster. Je schilderde dorpsgezichten, figuurvoorstellingen, landschappen, naaktfiguren, portretten en stillevens met bloemen en planten. Je had een atelier aan het Amsterdamse Sarphatipark. De kunstverzamelaar/mecenas van de Bergense School Piet Boendermaker kocht ook veel werk van jou. In 1940 had je jouw laatste solo-expositie.

In de Tweede Wereldoorlog was het voor kunstenaars onmogelijk om te exposeren. Mommie en jij weigerden om een gele Jodenster te dragen. Jullie doken een tijd onder in Baambrugge, maar uit angst voor verraad gingen jullie naar Amsterdam terug, waar jullie echt werden verraden. Op 12 november 1942 werden Mommie en jij door de nazi's opgepakt en naar het doorgangskamp Westerbork gestuurd. Je dacht eraan hoe je ooit met Charley Toorop vrolijk en vrij door de duinen liep. Op 16 november 1942 stopten ze jullie in veewagons richting het concentratiekamp Auschwitz, waar jullie op 19 november 1942 werden vergast.

Jij werd 65 jaar en Mommie 66 jaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 28 februari 2017


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

5.0 met 1 stemmen 50



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)