De koningin van de CanCan genadeloos gevloerd

(voor Jane Avril (1868 - 1943))

Je bent geboren als Jeanne Beaudon op 9 juni 1868 in Belleville. Jouw vader was een buitenlandse aristocraat en veelal afwezig. Jouw moeder was een courtisane. Als kind ben je gewelddadig mishandeld en er heerste armoede. Op jouw dertiende ben je van huis weggelopen. Een jaar daarna zat je in het Salpêtrière in Parijs, waar je voor de Chorea van Sydenham (Sint Vitus Dans) werd behandeld. Deze neurologische ziekte gaat gepaard met snelle, ongecontroleerde schokbewegingen, vooral in het gezicht, de handen en de voeten.

Je bent behandeld door dokter Jean-Martin Charcot, een expert op het gebied van vrouwelijke hysterie. Je kreeg diverse soorten behandelingen. Je danste voor de patiënten en de medewerkers in het ziekenhuis, wat jouw genezing heeft bevorderd. Een romance liep op de klippen en tijdens het verlaten van het ziekenhuis heb je zelfdoding overwogen. Je werd opgevangen door een hoerenmadam in een bordeel te Parijs. Overdag deed je het werk, dat er maar voor handen was en 's avonds danste je in de lokale clubs.

In 1888 ontmoette je de schrijver René Boylesve, die jouw schoonheid en verlegenheid beminde. Jouw artiestennaam was Jane Avril en je werd ook wel L'Etrange en Jane La Folle genoemd door jouw excentrieke bewegingen. Op jouw twintigste werd je een professionele, full-time danseres in de Moulin Rouge. Na enkele jaren was je de hoofdact op de Jardin de Paris, een groot café-concert op de Champs-Élysées.

In 1893 schilderde Henri de Toulouse-Lautrec jou op een poster, wat jou extra beroemd maakte. Hij maakte meerdere posters van jou. In 1894 had Henri zijn eerste expositie in Engeland. Je zat naast Oscar Wilde, toen je Louise Weber zag optreden. In 1895 werd je de vervangster van Louise Weber, de meest beroemde danseres van Parijs, die door haar alcoholisme in verval raakte en uit de clubs werd geweerd. In 1895 kreeg je een zoon en daarna ging je nog vele jaren succesvol dansen. De populaire CanCan zorgde ervoor dat je in 1896 met een dansgroep en in gezelschap van Mademoiselle Eglantine naar Londen ging, waar je in het Palace Theatre hebt opgetreden. Je zong o.a. 'Ma Anglais' en je bewonderde Engeland. Je schreef dat er in Engeland vrij te leven is, zonder dat je door anderen wordt lastig gevallen, zoals vaak in Frankrijk.

Jij was het tegendeel van de zeer wilde dansstijl van Louise en de clubbazen smulden van jou. Je werd de meest bekende danseres van het Parijse nachtleven. Je was een bijzonder intelligente, exotische vrouw met een hoogst verleidelijke stijl. Je hanteerde het hogebenenwerk van de CanCan als geen ander, je had bovendien slanke, sierlijke benen en je droeg geen slip. Je was dik bevriend met Toulouse-Lautrec, die jou diverse keren portretteerde. Je had rood haar en je bedacht jouw eigen choreografie en jurken. Terwijl jij sensueel en hemels danste, schreeuwde Henri het uit van betoverende bewondering.

Je had een typisch wit en hoekig gezicht, wat ik meteen met morfine-gebruik associeer, maar de lange nachten en het alcoholgebruik eisten hun tol. Je zag er ouder uit dan je in feite was. Henri kookte in zijn atelier voor jou, maar hij gaf je ook sterke drank. Ondanks zijn mateloze verliefdheid werd hij nooit jouw minnaar. Dat onderdrukte verlangen stimuleerde zijn kunstzin. Bovendien voelde hij zichzelf minderwaardig door zijn kleine gestalte. Op 9 september 1901 overleed jouw trouwe vriend Henri Marie Raymond de Toulouse-Lautrec in zijn familiekasteel Mabromé in Girondé. De alcohol werd hem fataal. Hij werd 36 jaar. Zijn overlijden markeerde ook het einde van de bloeitijd van Montmartre.

Jij was nog maar een korte tijd danseres en op jouw 42-ste ontmoette je de kunstschilder Maurice Biais, met wie je trouwde. Jullie woonden in het centrum van Jouy-en-Josas. Maurice verdween vaak dagenlang en je leefde een ellendig bestaan. Op 8 april 1926 overleed Maurice, zonder jou geld na te laten. Je had nog wat spaargeld, maar je leefde praktisch in armoede. Op 17 januari 1943 overleed je. Je werd 75 jaar en je bent net als Maurice op Père-Lachaise begraven.