Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Toen aids nog een onoverwinnelijke killer was

(voor Charles Bruce Chatwin (1940 - 1989))

Je bent geboren op 13 mei 1940 nabij Sheffield, in Dronfield. Jouw ouders waren Margharita Turnell en Charles Chatwin.
Jouw vader was een advocaat uit Birmingham, die in de oorlog bij de Royal Naval Reserve zat. Je verbleef met jouw moeder in het huis van jouw opa en oma, waar het rariteitenkabinet jou fascineerde. Er was ook een stukje bot van een uitgestorven soort grondluiaard uit Patagonië, dat de neef van jouw oma had opgestuurd en wat jou inspireerde om later Patagonië te bezoeken en te beschrijven.

In de oorlog woonde je in het huis van oma Isobel Chatwin op 198 West Heath Road. Jouw vader had er een praktijk als advocaat. Na de oorlog woonde je in West Heath in Birmingham. Op jouw zevende ging je naar de kostschool bij de Old Hall School in Shropshire. Daarna studeerde je aan het Marlborough College in Wiltshire. In Londen werkte je op de kunstafdeling bij Sotheby's. Je werd een expert in de impressionistische kunst en Oudheden. Je kon heel goed vervalsingen herkennen. Je reisde veel voor jouw werk en voor jouw plezier.

Je was een fan van de homoseksuele reisverhalenschrijver Robert Byron, die op zijn 35-ste in de Atlantische Oceaan is verdronken, doordat zijn schip werd getorpedeerd. Jouw vriend, de homoseksuele schilder Howard Hodgkin, schilderde jou op 'The Japanese Screen'. Je was biseksueeel en je had o.a. een relatie met de secretaresse bij Sotheby's Elizabeth Chanler. De veilingmeester Peter Wilson misbruikte jouw talent, waardoor je opbrandde. Door jouw werk kreeg je ook last van scheelzien.

Op 21 augustus 1965 ben je met Elizabeth getrouwd, die accepteerde dat je ook homoseksuele relaties had. In juni 1966 nam je ontslag bij Sotheby's, omdat je niet als directeur werd gekozen. Vanaf oktober 1966 studeerde je twee jaar archeologie aan de Universiteit van Edinburgh. Daarna ging je schrijven, te beginnen over nomaden, wat de uitgever Tom Maschler niet wilde publiceren. Je had een relatie met de filmregisseur James Ivory en je werd kunstadviseur voor The Sunday Times Magazine. Je interviewde o.a. de politicus Indira Gandhi, de romanschrijver André Malraux en de architecte/meubelontwerpster Eileen Gray, die net als jij biseksueel was.

In november 1974 vloog je naar Lima en een maand later zat je in Patagonië, waar je een half jaar rondreisde. In 1977 verscheen jouw debuutboek 'In Patagonië' bij de Londense uitgeverij Jonathan Cape. Jouw naam was meteen gevestigd. Ook al kreeg je kritiek vanwege verzonnen feiten, je ontving de Hawthornden Prize en de EM Forster Award.

Je werd bevriend met Jacqueline Onassis, Susan Sontag, Salman Rushdie en de kunstenaar Jasper Johns. In 1977 kreeg je een relatie met de effectenmakelaar Donald Richards en dook je in de gay nachtclub scene van New York City. Robert Mapplethorpe fotografeerde jou. In 1980 wilde Elizabeth scheiden. In 1980 verscheen jouw roman 'The Viceroy of Quidah', over het leven van een fictieve slavenhandelaar.

In 1982 begon je een relatie met de ontwerper Jasper Conran, die bijna 20 jaar jonger was en die in 2015 met de kunstenaar Oisin Byrne trouwde.
In 1982 verscheen jouw roman 'On the Black Hill', waarvoor je de James Tait Black Memorial Prize kreeg. In 1987 verscheen 'The Songlines', waarin je de spirituele droomtijd van de Aboriginals beschrijft. In 1988 verscheen jouw roman 'Utz' en tenslotte in 1989 'What Am I Doing Here', met essays, profielen en reisverhalen.

In augustus 1986 werd er HIV bij jou geconstateerd. Op 18 januari 1989 overleed je in een ziekenhuis in Nice door aids. Je werd 48 jaar en jouw as is boven Kardamyli verstrooid.

Schrijver: Joanan Rutgers, 30 april 2017


Geplaatst in de categorie: idool

3.3 met 3 stemmen 63



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)