Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Keith Noel Emerson - Lucky Man

Je bent geboren op 2 november 1944 in Todmorden, West Yorkshire, net als John Helliwell, de klarinettist/saxofonist van Supertramp. Jouw vader Noel Emerson was een jazzpianist en hij speelde accordeon in een Engelse legerband. Je groeide op in Goring-by-Sea. Op jouw achtste begon je met pianolessen bij lokale, oude dames. Je luisterde op de radio naar Floyd Cramer en Dudley Moore. Je gebruikte jazz bladmuziek van Dave Brubeck en George Shearing en je raadpleegde jazz-pianoboeken.

Je luisterde naar boogie-woogie en naar pianisten als Joe Henderson, Russ Conway en Una Winifred Atwell. Als een ernstig kind liep je met de piano-sonaten van Beethoven onder jouw arm, maar als het moest, kon je ook de liedjes van Little Richard en Jerry Lee Lewis spelen. Je werd verliefd op het Hammondorgel, nadat je Jack McDuff 'Rock Candy' had horen spelen. Op jouw vijftiende schafte je een Hammond aan. Na school werkte je bij de Lloyds Bank Registers, waar je tijdens de lunch in de bar piano speelde. Je speelde tevens in diverse bands, o.a. in The VIP's, waarmee er tijdens een optreden in Frankrijk in het publiek een gevecht ontstond. Doordat je met jouw Hammondorgel explosie- en machinegeweergeluiden wist te creëren, staakte het gevecht.

In 1967 vormde je The Nice, samen met de bassist Lee Jackson, de gitarist David O'List en Jan Hague, die al snel door de drummer Brian Davison vervangen werd. In december 1969 trouwde je met de Deense Elinor, met wie je samen twee zonen kreeg, Aaron Ole en Damon Keith. Later ben je van Elinor gescheiden. Je experimenteerde extreem met jouw Hammond, wat de heavy metal muzikanten sterk beïnvloed heeft. Verder werkte je samen met Eric Clapton en Jeff Beck. Je ontdekte de Moog synthesizer, uitgevonden door Robert Moog, ingenieur en pionier van de elektronische muziek. Je was meteen razend enthousiast.

In 1970 verliet je The Nice en vormde je Emerson, Lake & Palmer, samen met de bassist Greg Lake en de drummer Carl Palmer. Op 20 november 1970 verscheen het titelloze debuutalbum bij Island Records. In 1971 verscheen 'Tarkus', in 1972 'Trilogy', in 1973 'Brainsaladsurgery', in 1977 'Works Volume 1' en 'Works Volume 2', in 1978 'Love Beach', in 1992 'Black Moon', met o.a. 'Farewell to Arms', en in 1994 'In the Hot Seat', met het onheilspellende 'Give Me a Reason to Stay'. Je had een langdurige liefdesrelatie met Mari Kawaguchi, met wie je samenwoonde.

In 1993 kreeg je een zenuwaandoening in jouw rechterhand, zoals schrijverskramp en artritis. Dit gebeurde tijdens jouw scheiding van Elinor, het afbranden van jouw huis in Sussex en in een tijd van geldnood. Na een armoperatie had je in 2002 weer volop de gewende kracht in jouw handen. Maar je had ook last van hart- en vaatziekten en van depressies, die je met alcohol probeerde te dempen. Door de schade aan jouw zenuwen werd het spelen ernstig verhinderd, waardoor je depressief, nerveus en angstig werd. Je kreeg faalangst en je was bang dat je slecht zou presteren tijdens de concerten. Je wilde jouw fans niet teleurstellen.

Op 11 maart 2016 heb jij in jouw huis in Santa Monica, Californië, zelfdoding gepleegd door jezelf een kogel door het hoofd te schieten. Je werd 71 jaar en je bent begraven in de Lancing en Sompting Cemetery in Lancing, West Sussex.

Schrijver: Joanan Rutgers, 10 juni 2017


Geplaatst in de categorie: idool

4.5 met 2 stemmen 851



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)