Als medium volop door de geesten beïnvloed

(voor Anna Mary Howitt (1824 - 1884))

Je bent geboren op 15 januari 1824 in Nottingham. Jouw ouders waren William en Mary Howitt. Jouw vader was een schrijver over o.a. de geschiedenis. In 1821 trouwde hij met Mary Botham, een dichteres, beroemd vanwege haar gedicht 'The Spider and the Fly'. Jouw ouders waren Quakers en ze schreven samen ruim 180 boeken. Hun boek 'Abdijen en kastelen van Groot-Brittannië' uit 1862 is tegenwoordig ruim 1000 pond waard. Ze waren bevriend met Charles Dickens, Elizabeth Gaskell, Elizabeth Barrett Browning, William en Dorothy Wordsworth en Alfred Tennyson.

In 1837 verhuisde je naar Esher, een voorstad van Londen. George Harrison en Maurice Gibb woonden in Esher. In 1840 verhuisde je naar Heidelberg, waar je twee jaar studeerde. In 1846 ging je naar de Kunstacademie van Henry Sass in Londen, net als William Holman Hunt, Dante Gabriel Rossetti en Thoman Woolner, een beeldhouwer en dichter. Samen met jouw medestudente Jane Benham Hay ging je naar München, waar je de leerlinge van Wilhelm von Kaulbach werd. Je schreef artikelen over München, die in het kunstblad 'Een kunststudent in München' werden gepubliceerd. Je publiceerde verhalen bij jouw illustraties in het 'Geïllustreerde Tijdschrift van Kunst'.

Op 11 mei 1854 verscheen er een lovende recensie in de New York Times. Je was verbonden met de sociale en publieke kringen van jouw ouders en met de feministische vrouwen van jouw eigen leeftijd, die in de korte straat Langham Place samen kwamen. Je was vooral dik bevriend met de kunstenares Barbara Leigh Smith Bodichon, die je meerdere keren portretteerde. Ze was getrouwd met de arts Eugène Bodichon en ze was de grootste vriendin van de voorname schrijfster George Eliot, het pseudoniem van Mary Anne Evans. Met Barbara ging je naar de Rossetti's Folio Club. In 1854 exposeerde je voor het eerst in de National Institution of Fine Arts met een schilderij, dat op Goethe's 'Faust' is geïnspireerd.

In 1855 exposeerde je 'The Castaway' in de Royal Academy, waarop je een prostituée afbeeldde. In 1856 hielp je Barbara om handtekeningen te verzamelen voor een verzoekschrift, die zou leiden tot de Getrouwde Vrouwenwettenwet 1870, waardoor de gehuwde vrouwen eindelijk hun eigen verdiende en gekregen geld niet automatisch aan hun echtgenoten hoefden te geven. In 1857 kreeg je een mentale ineenstorting, wat kwam door de valse kritiek van John Ruskin, het nare feit dat de Royal Academy een groot schilderij weigerde en het huwelijk van Barbara. Je maakte in trance geesttekeningen, waarvan Camilla Crosland in haar boek 'Licht in de Vallei' uit 1857 enkelen publiceerde. Hierna stopte je als actieve kunstenares.

In 1859 trouwde je met jouw jeugdvriend Alaric Alfred Watts, een regeringsklerk, schrijver en spiritualist. In 1882 vormde Alaric samen met zijn vriend William Stainton Moses, een geestelijke en een geestelijk medium, The Ghost Club, met als leden o.a. Charles Dickens, Sir Arthur Conan Doyle, de parapsycholoog Nandor Fodor, de schrijver Sir Oliver Lodge, de chemicus/fysicus Sir William Crookes, de dichters W.B. Yeats en Siegfried Sassoon en de schrijver Sir Osbert Sitwell. Alaric was ook lid van de London Spiritualist Alliance. Alaric en jij woonden in Chelsea. Jouw vader overleed op 3 maart 1879 in Rome.

In 1883 verscheen jouw boek 'Pioniers van de Geestelijke Hervorming', met biografische schetsen van de dichter Justinus Kerner en van jouw vader. Je wilde er o.a. het spiritualisme en mesmerisme mee bevorderen. In 1884 verscheen 'Aurora', wat een hervonden interesse in het spiritualisme beschreef. Op 23 juli 1884 overleed jij in Mair am Hof/Dietenheim, tijdens een bezoek aan jouw moeder in Tirol. Je werd 60 jaar.