Zelfs als zwerfster triomfeerde jouw schoonheid

(voor Cora Pearl (1835 - 1886))

Je bent geboren als Eliza Emma Crouch in 1935 (of op 23 februari 1842) in Londen. Jouw vader Frederick Nicholls Crouch was een Engelse cellist en componist. Jouw familie was constant in financiële onzekerheid. In 1847 verliet jouw vader het gezin. Om aan zijn schuldeisers te ontkomen, vluchtte hij in 1849 naar Richmond in Amerika. Jouw moeder Lydia Watts moest voor zes dochters zorgen en ze nam een nieuwe man. Jouw moeder stuurde jou naar een kloosterschool in Boulogne, Frankrijk, waar je acht jaar verbleef.

Daarna woonde je weer in Londen bij jouw oma Watts, die jou nauw in de gaten hield en vreselijk beperkte. Je wist te rebelleren en op een dag ging je met een oudere man mee, die jou op koekjes en alcohol trakteerde om jou daarna te ontmaagden. Je was ongeveer 20 jaar en de verkrachter had vijf pond achtergelaten, wat je heel veel geld vond. Die brute ervaring bezorgde jou een instinctieve afkeer van mannen. Toch was je niet helemaal de onschuld zelf, want tijdens de kloosterschooljaren had je diverse, seksuele affaires.

Na jouw 'ontmaagding' nam je een huurkamer in Covent Garden. Je raakte in contact met Robert Bignell, de eigenaar van een berucht lustoord, zeg maar een bordeel. Je verhuisde naar een suite in de Argyll Rooms en je werd de meesteres van Robert. De rollen werden omgedraaid. Omdat vele hoeren prooien van desastreus verval waren, zorgde je ervoor dat de klanten rijk waren. Je ging samen met Robert naar Parijs en dolverliefd op deze heilige stad stuurde je Robert naar Londen terug. Je koos voor het pseudoniem Cora Pearl, waarmee je als courtisane en demi-monde floreerde.

In het begin werkte je als straathoer in de arme wijken, maar een zekere monsieur Roubisse loodste je naar rijkere wijken, waar je zes jaar voor werkte, totdat hij een dodelijke hartaanval kreeg. Je had flink beet met Victor Masséna, de derde hertog van Rivoli en later de vijfde prins van Essling. Je had vijf jaar een relatie met hem. Hij gaf jou veel juwelen en jouw eerste paard. Tegelijkertijd had je een relatie met prins Achille Murat, die 34 jaar ouder was. Zijn moeder Caroline was de zus van Napoleon Bonaparte. Achille was getrouwd met Catherine Willis Gray, die hem ruimschoots overleefde.

Je was o.a. de minnares van een prins van Oranje, Ludovic, Duc de Grammont-Caderousse, en Charles Duc de Morny. In 1864 huurde je een kasteel in de regio Loiret, bekend als Château de Brausejour. Tijdens de maaltijden droegen vier mannen een zilveren schaal, waar jij dan naakt op stond, bestrooid met peterselie. Jouw grootste bewonderaar was Napoleon Joseph Charles Paul Bonaparte, die jij in 1868 ontmoette. De relatie met hem duurde negen jaar en hij kocht het paleis 'Les Petites Tuileries' voor jou. Je had drie huizen en jouw kleding werd door de couturier Charles Frederick Worth gemaakt.

Théodore de Banville schreef, dat jij jouw haar dapper kleurde, een keer citroengeel om bij het satijnen interieur van een koets te passen. Je gebruikte make-up voor jouw ogen en wimpers en je bepoederde jouw gezicht met een zilver- of pareltint. Er was een modieus drankje, dat 'De Tranen van Cora Pearl' heette. Je had een affaire met Alexandre Duval, die al zijn geld aan jou besteedde en toen jij hem tenslotte afwees, probeerde hij jou dood te schieten, maar hij raakte zichzelf, zij het niet dodelijk. Jouw succes als courtisane ging voorbij en jouw fortuin slinkte dramatisch.

In 1873 verkocht je jouw huis in Chaillot. In 1883 woonde je in een appartement aan de Champs-Elysées-laan, boven de winkel van een busbouwer. Je deed weer gewone prostitutie en in 1885 verkocht je jouw kasteel in Loiret. Je bleef gokken en je werd dakloos, hongerig en ellendig. Op 8 juli 1886 ben je door darmkanker in Parijs overleden. Je werd ongeveer 51 jaar en je bent in de Batignolles Begraafplaats begraven, zonder een grafsteen.