Jouw spleen won het van jouw dichtpassie

(voor George Edward Stachura (1937 - 1979))

Je bent geboren op 18 augustus 1937 in Charvieu, Frankrijk. Jouw ouders waren Poolse emigranten op zoek naar werk, genaamd Stanislaw en Jadwiga Stachur. Je was hun tweede kind. Als kind toonde je veel talent voor tekenen. Op jouw negende schilderde je de muren van een nabijgelegen café, wat je veel bewondering opleverde. Donderdag's ging je naar de Poolse school. De Franse taal had een grote invloed op jouw dichterschap.

Jouw moeder erfde het huis van haar ouders in Lanciniec, vlakbij de stad Aleksandrów Kujawski, waar je als 11-jarige naar de basisschool ging. Eerst had je wat moeite met de Poolse taal. In 1952 ging je naar de middelbare school in Warschau. Tot 1955 woonde je in Ciechocinek. Je sprong graag van de trein om jouw weg naar jouw huis in Ciechocinek te verkorten. Op jouw 17-de begon je te schrijven.

Je was sterk beïnvloed door de Poolse dichter Janusz Zernicki, waardoor je poëtisch bevrijd raakte en jouw levensplannen veranderde. Door jouw ruzies met leraren verhuisde je naar de middelbare school in Gdynia. Door ruzies met jouw vader liep je vaak van huis weg en verbleef je bij jouw tante. Je was lid van de Poëtische Groep Contrasten, samen met Kiejstut Bereznicki en de dichter/beeldhouwer/illustrator Mieczyslaw Czychowski, in juni 1956 in Gdansk opgericht. Je studeerde af aan de Middelbare school Poolse Marine in Gdynia.

Je werd niet toegelaten tot de Academie voor Schone Kunsten in Gdansk-Sopot, maar je ging veel schrijven en schilderen. Desondanks ging je naar Alexandrov terug, waar je hard moest werken in de tuinbouw, o.a. water droeg en hout verzamelde. De ruzie met jouw vader duurde voort. In 1956 studeerde je aan de Nicolaus Copernicus Universiteit in Torun en daarna studeerde je aan de Katholieke Universiteit van Lublin. Je mocht aan de Faculteit der Geesteswetenschappen studeren, maar je kreeg geen beurs en slaapzaal. Je sliep soms bij het station en je bedelde om geld. Na twee maanden kreeg je een plek in een studentenhuis en wist je weer te schrijven.

Diverse gedichten van jou werden gepubliceerd. Op 5 april 1962 trouwde je met Zyta Anna Bartkowska, een studente aan de Universiteit van Warschau en een schrijfster met het pseudoniem Zyta Oryszyn, geboren op 16 augustus 1940 in Zagórze. In 1970 verscheen haar eerste roman 'Najad' en in 2012 haar tot nu toe laatste roman 'Redding van Atlantis'. In 2011 kreeg ze de Orde van Poolse wedergeboorte. In 2013 kreeg ze de Orde Gdynia Literary Award.

In 1963 debuteerde je met de dichtbundel 'Veel vuur'. Op 26 juni 1965 kreeg je een meestergraad in de Romeinse Filologie. Samen met Zyta verbleef je geregeld in Kotla, op uitnodiging van jouw vriend, de dichter/schrijver Jan Czopik-Lezachowski, die in 1977 overleed door een auto-ongeluk. Hij werd 39 jaar. In 1969 ontving je de Stanislaw Pietak Literatuurprijs voor jouw poëzie. Je reisde naar Mexico, Joegoslavië, het Midden-Oosten, Noorwegen, Zwitserland en Frankrijk. Op 3 april 1979 probeerde je zelfdoding te plegen, waardoor je vier vingers verbrijzelde.

Daarna werd je in een psychiatrisch ziekenhuis in Zabki, nabij Warschau, behandeld. De diagnose luidde: depressieve psychose, gebaseerd op valse hallucinaties. Je vertrok onaangekondigd uit de kliniek. Op 24 juli 1979 probeerde je na drugsgebruik jouw polsaderen door te snijden en heb je jezelf aan een plafondhaak opgehangen. Je werd 41 jaar en je bent in de begraafplaats in Weze Weglowa in Warschau begraven.

George Edward Stachu Zyta Anna Bartkowska Jan Czopik-Lezachows

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

4.5 met 2 stemmen 26