Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Verdwenen, maar niet geheel spoorloos

Ik zag vanavond (21-11-2017) de aangrijpende documentaire 'Piet is weg' van de integere filmmaker Jaap van Hoewijk, die aan de Academie St. Joost Breda gestudeerd heeft. Ik heb zelden zo'n meesterlijk in elkaar gezette documentaire gezien.

Petrus Antonius Jacobus Jozef (roepnaam: Piet) Beentjes is op een zondag eind april 1987 op Texel op mysterieuze wijze verdwenen. Indien hij rond die tijd is overleden, dan is hij 28 jaar geworden. Hij had problemen op zijn werk en hij was ontslagen, omdat hij voor de winkel waar hij werkte met een man stond te zoenen, wat volgens de bange baas klandizie kon gaan kosten. Piet gaf zijn baas zelfs nog gelijk ook. Zo lief was Piet nu eenmaal.
In Hilversum had hij een relatie met ene Hans gehad en dat was voorbij gegaan. Hij was daar goed bekend in de homoscene als praktiserend homoseksueel.

Zijn vier jaar jongere zus Toos Beentjes zoekt al dertig jaar naar het hoe en waarom van zijn plotselinge, langdurige verdwijning. Zij woont op een woonboot in Amsterdam.
Zij was elf jaar en Piet was 15 jaar, toen hun manisch-depressieve vader zelfdoding pleegde. Dat was een zeer grote schok voor hen, met een enorm verdriet als gevolg. Piet was daarna wel heel hecht met zijn moeder en zij belden elkaar dikwijls en geregeld. Ze woonden in Heemskerk.
Piet verhuisde naar een kamer in Den Helder, in een omgebouwde boerderij met wel twaalf huurkamers. Een andere huurder vertelt, dat hij netjes was en zich normaal gedroeg. Kortom, hij wist zich goed aan te passen, maar hij onderdrukte waarschijnlijk een significant deel van zijn aard.

Op die bewuste avond is hij zonder zijn paspoort en zonder een vervoersbewijs (dat kon toen blijkbaar nog) op de laatste boot naar Texel gestapt. Hij kon dus die nacht niet meer terug naar Den Helder, tenzij zwemmend, maar dat is nauwelijks te doen. Hij is naar Den Burg gelopen, wat best een hele tippel is en daar is hij via een klein raam bij een huis naar binnen geglipt, waar op dat moment niemand thuis was. Hij voelde zich er meteen thuis en hij ging zijn kleren in de wasmachine stoppen. Verder deed hij een duster van één van de bewoners aan en bakte hij een eitje voor bij de nasi goreng. Toen de twee heren des huizes thuis kwamen, schrokken zij zich rot en waren ze hoogst verbaasd. Onbewust was Piet in het huis van een homostel naar binnen gegaan, zonder dat zij elkander kenden. Dat heet volgens mij synchroniciteit, waar ik sterk in geloof.

De twee mannen deden aardig tegen Piet en ze gaven hem droge kleren, maar hij kon die nacht niet bij hen blijven, wat zijn grondtrauma van 'altijd maar overal afgewezen te worden' behoorlijk heeft getriggerd. Plus het traumatische feit, dat zijn vader hem zo gruwelijk heeft verlaten. Het hiaat van zijn interne eenzaamheid moet enorm groot en verstikkend zijn geweest.

Hij had de heren nog zijn adres gegeven, zodat ze zijn droge kleren naar hem konden opsturen. Daarna is hij waarschijnlijk richting De Koog gelopen, waar hij iets van een onderdak heeft gevonden. Volgens mij kan het niet anders, dan dat hij in een psychose verkeerde, waar de wildvreemde kleren nog een schepje bovenop deden. Misschien zocht hij in die penibele geestestoestand naar de veiligheid van zijn overleden vader, wat mij heel goed mogelijk lijkt.

Een pastoor vertelt, dat hij denkt, dat Piet vast en zeker gigantisch eenzaam moet zijn geweest. Van een eenzaamheid, waarvan de meesten van ons geen weet hebben. Hij was hoogst wanhopig, dat blijkt al uit het feit, dat hij als een opgejaagd dier van de veerboot is gesprongen, met gevaar voor eigen leven, volgens ooggetuigen. Het is bekend, dat homoseksuelen statistisch gezien vaker zelfdoding plegen, met name, omdat ze zichzelf door de wrede massa niet geaccepteerd voelen. Wat helaas geen inbeelding van hen is. Ze zijn op sommige punten anders en alles wat anders is, dat lust de domme boer niet. Door het gepest en uitgesloten worden kiezen sommige homoseksuelen voor de laatste noodsprong. En vergeet niet, kwetsbaren zijn gewilde prooien voor willekeurige roofdieren.

Een man vond Piet liggend op zijn buik naast een hek met natte kleren en zijn hoofd op zijn gekruiste armen. Hij tikte hem op de schouder, waardoor hij ontwaakte. Piet zei, dat hij werd achtervolgd en de man zag dat hij bang was. Of hij nu echt of denkbeeldig werd achtervolgd, doet er niet toe, Piets beleving is van belang. Vermoeid en wellicht ondervoed wordt iedereen sneller paranoia. De barmhartige Samaritaan gaf hem een lift met zijn auto richting De Koog. Piet had waarschijnlijk twee kilometer vanaf de Noordzee door een donker bos gerend. De man dacht dat hij hallucineerde, maar is dat wel zo? In zijn geestelijke toestand was hij namelijk een makkelijke prooi voor potenrammers. Een suggestie, maar toch. De man, die hem een lift gaf, is de laatste getuige van zijn leven. 'Sorry voor het nat maken van de auto!', zei de uiterst beleefde Piet nog.

Daarna lopen alle sporen dood. De politie hield al na drie weken op met zoeken en een rechercheur verklaarde zwart-op-wit dat hij 99% aan zelfmoord dacht. Toen Toos verhaal ging halen, zei de politie: 'Hij spoelt wel aan! En anders vinden de toeristen hem wel!'. Toos reageerde woedend en intens verdrietig: 'Hij is geen zeehond! Hij is mijn broer!'.
Toos gelooft inmiddels wel dat Piet niet meer leeft, maar ze wil ontzettend graag weten waarom hij niet meer leeft en wat er tenslotte met hem gebeurd is, zonder dat ze met een beschuldigende vinger wil wijzen, wat ik heel knap van haar vind. Zo'n lieve jongeman als Piet zou zijn zus nooit zolang in het ongewisse laten, waardoor ik ook vrees dat hij is gedood, of door zichzelf of door anderen.

Zelfverdrinking ligt voor de hand op een eiland als Texel en lang niet alle verdrinkingsdoden spoelen aan land. Dat hij acuut rijp voor opname was, mag duidelijk zijn, maar hij is aan de hulpverlening ontglipt. Die twee heren en die laatste getuige hebben de ernst van de zaak niet ingezien en dat is jammer, want Piet was ver heen, maar desondanks wist hij zijn innerlijke ellende tragisch genoeg nog steeds perfect te maskeren, wat zijn ondergang is geworden.

Daarom, laat iedereen in godsnaam zichzelf mogen zijn, want anders vallen er dus werkelijk doden. Piet was aan het einde van zijn leven een psychiatrische patiënt, die de nodige zorg en veiligheid had moeten krijgen, maar de omstanders hebben het niet gezien en Piet was net even te slim om aan de reddende handen van de omstanders te ontkomen. In- en intriest en daarom zo diepmenselijk leerzaam.

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 november 2017


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.3 met 3 stemmen 110



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)