Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Verliefd op de vissers van Oostende

(voor Constant Permeke (1886 - 1952))

Je bent geboren op 31 juli 1886 in Antwerpen. Jouw vader Henri Louis Permeke was een succesvolle landschapsschilder en conservator, geboren op 25 augustus 1849 in Poperinge. Jouw opa van zijn kant was de glaswerker en huisschilder Pierre-Jacques Permeke en jouw oma was Nathalie van Haelewyn. Op 3 september 1883 trouwde jouw vader in Burcht met Stéphanie Buytaert. Jouw vader was dik bevriend met de Nederlandse schilder/etser Louis Artan, die op 23 mei 1890 door griep overleed en 53 jaar werd. In 1892 arriveerde jouw vader met zijn woonboot/atelier 'Artis-Amor' in Oostende, waar hij verder verbleef. In 1897 werd jouw vader de eerste conservator van het Stedelijk Museum voor Schone Kunsten in Oostende.

Van 1903 tot 1906 ging je naar de kunstacademie in Brugge, waar je maar weinig leerde. Je was o.a. een medeleerling van de kunstschilder Achiel van Sassenbrouck (1886 - 1979), die een leerling van Edmond Van Hove en Gustaaf Pickery was. Claude Monet adoreerde Achiel's werk. Hij was o.a. bevriend met Ernest Claes, Herman Terlinck en Karel Van De Woestijne. In 1906 was je in Gent om jouw militaire dienstplicht te voltooien. In Gent werd je ook student aan de kunstacademie en raakte je bevriend met Frits Van den Berghe, de meester van o.a. 'Vruchtbaarheid', die op 23 september 1939 op zijn 56-ste overleed.

Je raakte ook bevriend met de kunstschilder Gustaaf De Smet, die samen met Frits Van den Berghe en jou tot de grote drie van het Vlaamse expressionisme behoren. Sterk beïnvloed door de Belgische, belangrijkste impressionist Emile Claus gingen jij en jouw soortgenoten in Sint-Martens-Latem wonen. Jullie waren ook aangetrokken door de eerste Latemse kunstenaarskolonie, die zich vormde rondom de kunstschilder/burgemeester Albijn Van den Abeele (1835 - 1918). In maart 1908 mocht je uit het leger en ging je naar Oostende terug. Samen met Gust De Smet had je een atelier in de Kaaistraat.

Het rauwe vissersleven beïnvloedde jouw kleurgebruik. In de lente van 1909 leefde je teruggetrokken en adoreerde je de sombere kleurgebruiken van Albert Servaes, die als de eerste expressionist van België wordt beschouwd. In de trappistenabdij Koningshoeven in Berkel-Enschot is nog steeds een geschilderde kruisweg van hem aanwezig. Albert was voor het Duitse nationaal-socialisme, waardoor hij na de Tweede Wereldoorlog naar Zwitserland moest vluchten. Op 17 juni 1912 trouwde je met Maria Delaere uit Poperinge. Jullie gingen in de Vuurtorenwijk in Oostende wonen.

Jouw vader overleed op 15 september 1912 in zijn huis in Oostende. Hij wilde naast Louis Artan begraven worden, in Duinkerke, waar zijn broer Edouard toen pastoor was. Hij werd 63 jaar. Jouw vader was een medestichter van de kunstenaarsvereniging L'Essor, met leden als James Ensor, Théo Van Rysselberghe, Jean Delville, Fernand Khnopff, Rodolphe Wytsman, Albert Baertsoen, Henry de Groux en Jan Toorop. In Duffel raakte je zwaargewond. In 1915 werd jullie eerste zoon John geboren. In maart 1916 ging je naar Chardstock en liep je nog steeds op krukken, maar wist nog enkele meesterwerken te maken. In april 1919 ging je terug naar België, met drie kinderen, naar het huis in de Oostendse Vuurtorenwijk. Later woonde je in 'De Vier Winden' in Jabbeke.

Het vissersleven was totaal verflauwd. De nazi's vonden jouw kunstwerken 'ontaard'. Op 3 mei 1948 overleed jouw echtgenote Maria, waarna je qua gezondheid sterk kelderde. Op 4 januari 1952 overleed jij in een ziekenhuis in Oostende. Je werd 65 jaar en je bent naast Maria begraven, in het kerkhof van Jabbeke. Op het graf pronkt een beeldhouwwerk van Georges Minne.

Schrijver: Joanan Rutgers, 24 januari 2018


Geplaatst in de categorie: idool

3.6 met 5 stemmen 1.074



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)