Mijn eerste indruk van mensen is wat mij betreft in veel gevallen de laatste.
Zie ook: http://www.bloggen.be/ikdenkhetmijne
Schrijver: Katja Bruning, 19 juli 2012
Geplaatst in de categorie: maatschappij
Mijn eerste indruk van mensen is wat mij betreft in veel gevallen de laatste.
Er zijn 10 reacties op deze inzending:
Zelf zie ik geen fout in mijn formulering, hoogstens zou ‘wat mij betreft’ tussen komma’s kunnen. Maar dan gaat de pit eruit vind ik.
Fred laat het ook afweten, dus ik laat mijn aforisme maar zoals het is.
VRAAG
L.S.,
Klopt deze formulering in taalkundige zin?
'Mijn eerste indruk van mensen is wat mij betreft in veel gevallen de laatste.'
Met dank voor uw antwoord en vriendelijke groet,
Katja Bruning
ANTWOORD
Nee, de formulering 'Mijn eerste indruk van mensen is wat mij betreft in veel gevallen de laatste' zouden wij afkeuren. Het is vreemd om over een eerste indruk te zeggen dat het de laatste is: er volgen altijd nog meer indrukken - iets wat 'mijn eerste indruk' inpliciet al aangeeft. Als u wilt zeggen dat de indrukken daarna doorgaans allemaal (tot en met de laatste indruk) overeenkomen met de eerste indruk, of dat de eerste indruk uiteindelijk vrijwel altijd juist blijkt te zijn, zou u een van de volgende formuleringen kunnen gebruiken:
- Mijn eerste indruk van mensen is wat mij betreft in veel gevallen blijvend.
- Mijn eerste indruk van mensen is wat mij betreft in veel gevallen juist.
- Mijn eerste indruk van mensen klopt meestal.
Met vriendelijke groet,
Namens het Taalunieversum,
Lydeke Roos
En bij nader inzien vind ik een punt achter de zin beter dan een uitroepteken.
Fred, hoe zou jij het dan formuleren?
Joanan, het ongenoegen is dan ook meestal wederszijds.
Zelf heb ik dagen dat ik tientallen mensen zie van wie ik een eerste indruk krijg met een zeer geringe kans dat er ooit een tweede zal komen. Bij een wandeling langs het strand of in de stad bijvoorbeeld. Dan kijk ik graag naar mensen. Naar zwervers, politieagenten, gewone mensen en bijzondere mensen. Soms zie ik iemand van wie ik best een tweede indruk zou willen krijgen, maar dat zijn uitzonderingen. Toch heb ik niet het gevoel dat ik oogkleppen draag, rigide ben, bevooroordeeld en weinig flexibel. Het kan allemaal wel, natuurlijk. Ook ik ben welwillender in mijn oordeel over mijzelf dan ik misschien zou moeten zijn.
En waar zijn al die ja-knikkers, Joanan? Ik heb er nog niet één gezien!
Fred vindt dit een kromme bewering. Ik neem aan dat hij zijn “taaltechnische” oordeel baseert op de bepaling “wat mij betreft”. Ik vind het wel meevallen. Zet die drie woorden in gedachten tussen beletseltekens en de zin lijkt mij redelijk correct.