Inloggen
voeg je column toe

Columns

TV-reclame

Met het onderwerp reclame kan men met gemak vele bladzijden van een lijvig boek vullen. Mogelijk bestaan er meerdere uitgaven met dit verzamelonderwerp als thema. Voor de ontstaansgeschiedenis van de tv-reclame hoeft men niet zover in de tijd terug te gaan. Na vele onderhandelingen van voorstanders daarvan werd er in 1965 de SUR opgericht (Stichting tot Uitzending Reclame) en in 1967 werd dit officieel de STER (Stichting Ether Reclame), waarvan het eerste reclameblok op 2 januari 1967 op onze oude buizen tv’s te zien was. Deze vorm van reclame mocht alleen rond de nieuwsblokken. Zwevende reclameblokken zoals nu waren er nog niet en ook Loeki de Leeuw moest nog worden gecreëerd.

Zover enige data als inleiding; internet verschaft meer en vooral gedetailleerde informatie. Waar ik naar toe wil is de vraag: was de intrede van de reclame op de tv toen een verrijking voor de kijker of een bron van ergernis?
Er waren natuurlijk vanaf begin al voor- en tegenstanders van deze nieuwe manier van reclame maken. Kranten en tijdschriften werden gepaaid door van de totale opbrengst 40% te mogen ontvangen. Tegenstanders van tv-reclame onder de toenmalige kijkers moesten toch nog 35 jaar wachten, totdat de omroepbijdrage per 1 januari 2000 werd afgeschaft. De omroepen konden kwalitatief betere programma’s maken door de inkomsten uit de reclame, waarvan inmiddels ook de zwevende blokken waren ingevoerd.

In de loop van de daarop volgende jaren groeide het aantal ontevreden kijkers en tegenstanders van tv-reclame in rap tempo. Door de komst van de eerste écht commerciële zenders bestond er bijna geen programma dat niet gesponsord was. Aanvankelijk werd de kijker nog zoet gehouden met de suggestie, dat hij tijdens de noodzakelijke reclameblokken rustig even naar het toilet kon of even koffie kon zetten. Lariekoek natuurlijk. Want de bedoeling was juist dat er wél naar werd gekeken. Een verrijking voor de kijker zat er dus niet meer in, wel een financiële voor de omroep. Zappen bracht geen soelaas, omdat bijna alle zenders op een zelfde tijd hun reclames uitzonden. Een onderlinge afspraak, waarin de concurrenten zich uit eigenbelang konden vinden.

Bij vele kijkers resulteert tv-reclame, met alle gevolgen van dien, uiteindelijk in ergernis. “De klok, het weer enz. worden mogelijk gemaakt door firma Huppel en de firma De Pup”. Wanneer er in de programmabladen een uitzending van een uur staat gepland, dan duurt deze in de meeste gevallen slechts ongeveer 40 minuten; de rest van de tijd wordt gevuld door drie blokken reclame van ongeveer 7 minuten. Tot overmaat begint men ná een reclameblok weer met de laatste beelden van de lopende uitzending, waarom, dat is mij totaal niet duidelijk. Voor hoe simpel houdt men de kijkers eigenlijk? Hoe dan ook, de resterende tijd moet worden gevuld. Commercie? Prima, zolang de omroep niet naar de pijpen van de adverteerder moet dansen.

Tot slot, en dat is een kwestie van smaak: veel reclames zijn niet te pruimen. Het schijnt tegenwoordig een trend te worden om een reclame geheel in het Engels, soms met ondertiteling te vertonen; de indruk wekkend alsof het product meer bestemd is voor een doelgroep met een hogere opleiding. Andere zoeken het weer bij reclames voor schoonheidsmiddelen in het monotoon en razendsnel opdreunen van op medische termen lijkende maar weinig zeggende begrippen, zolang er maar de namen als neo, dermalodine, clopokalisant enz. naadloos worden aaneen geregen. Het klinkt professioneel en dan moet het toch zeker ook goed zijn? Nog maar te zwijgen van reclames met een soort geëtaleerde humor, waar veel kijkers maar moeten gissen naar wat er nu eigenlijk wordt aanbevolen. Een bron van toenemende ergernis lijkt het mij.

Na-apen is in de reclamewereld niets nieuws. Een bureau vindt, dat zwart/wit, desnoods aangevuld met één kleur, iets nieuws is en binnen de kortste tijd volgen andere reclamemakers dit voorbeeld. Vondsten op ander gebied zijn geen uitzondering. Plagiaat wordt nog net niet aantoonbaar!

Over na-apen gesproken: mijn vrouw roept mij, dat er koffie klaarstaat. Nog helemaal in de ban van dit gekozen onderwerp roep ik: “Ik kom eraan”. In mijn beleving doe ik dat met een ontwapenend timbre in mijn stem en de erbij behorende gelaatsuitdrukking. Zelfs George Clooney valt in het niet, wanneer ik tevreden mompel: “ha lekker, een bakkie troost, what else?”

Schrijver: Günter Schulz, 27 november 2016


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.0 met 6 stemmen 451



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Len Cornelis
Datum:
27 november 2016
Actuele column met een stukje geschiedenis. Slotalinea's mogen voor mij nog wel stukje scherper. 'Niet te pruimen', schrijft Gunter terecht. Sterker nog, terwijl het gemiddeld opleidingsniveau al jaren stijgt, lijkt de reclame in beeld en audio dommer te worden. Hoe dan ook, Gunter schrijft gelukkig weer een column. Hij durft! En terecht.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)