Inloggen
voeg je column toe

Columns

Vervreemding

Het is laat. Middernacht precies. Mijn vrouw Ria ligt al uren in bed. Ze gaat al jaren vroeg naar boven. Ik kan me de tijd haast niet heugen dat dit niet het geval was. Ze houdt niet van de nacht, zegt ze. We spreken nooit over mijn deelname aan de Buurtalert, een initiatief van de buurtbewoners om de straat veiliger te maken. Ria haat de Buurtalert.

Om en om staan we rond middernacht buiten te patrouilleren, vandaag is het mijn beurt, samen met buurman Gerrit. De lucht is helder en de sterren zijn goed zichtbaar. Kon Ria dit maar zien. Verderop zie ik een man naderen. Hij is dik gekleed, met muts en das. Ik hoor het geluid van een klikkende aansteker. Gerrit.
'He, Peter!' begroet hij mij joviaal en komt dichterbij.
'Nog iets gezien?'
'Nee, niets,' antwoord ik. Gerrit geeft een hartelijk stootje tegen mijn arm.
'Hoe is het, buurman?'
'goed,' mompel ik.
'En met Ria? Nog van Robbie gehoord?' De adem stokt in mijn keel. Ik zie het bleke gezicht van mijn zoon Robbie voor me. Mijn verslaafde zoon Robbie. Hij is al twee jaar niet meer thuisgekomen. Ik kijk naar Gerrit, die nietsvermoedend een trek neemt van zijn sigaret. Hoe kan hij ook weten hoe het voelt?
'Nee, ik heb niets gehoord,' zeg ik. Gerrit zucht en blaast rook uit.
'Erg zeg,' mompelt hij.

We nemen afscheid en gaan naar huis. Ik hang mijn jas aan de kapstok en nestel mij in mijn luie stoel. De lampen laat ik uit. Ik staar naar buiten en val uiteindelijk in slaap. Een tijd later word ik opeens wakker. Het is nog donker. Als mijn ogen zijn gewend aan het duister, hoor ik een klap. Het komt van boven. Ria!

Ik ren de trap op naar onze slaapkamer met een mes in mijn hand en tref twee mannen in het zwart op de overloop. De eerste, een lange dunne, schrikt en raast langs mij heen naar beneden, nog voor ik hem te pakken kan krijgen. De andere lijkt als versteend en blijft stokstijf staan. Het lef. De woede en machteloosheid van jaren komt omhoog borrelen en ik ram met mijn mes in het knokige kleine magere lijf. Steken tot hij neervalt. De man zijgt ineen. Ik hoor Ria gillen op de achtergrond.
'Peter, wat doe je?' Haar geschreeuw werkt ontnuchterend. Dan laat ik mijn arm met het mes zakken. Ik laat me op mijn hurken vallen en trek de zwarte muts van het hoofd van de inbreker.
Mijn mond valt open. Het gezicht van de inbreker is nog jong. De ogen zijn half geopend. Ik zie een traan blinken in zijn rechteroog.
'Pap, het spijt me, maar ik had zo'n honger.' Dan sluiten de ogen en valt zijn hoofd slap naar opzij.

Schrijver: Poppedop
Inzender: Niek, 13 februari 2017


Geplaatst in de categorie: emoties

3.0 met 2 stemmen 243



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Ton Hettema
Datum:
14 februari 2017
Lieve Hemel, wat een drama!
En zo onomkeerbaar!
Ria wil je nooit meer zien!
Je kan het wel schudden met je leven!
Het enige dat nu nog rest is ...
in het klooster gaan

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)