Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Doe maar net alsof

Of je nu een fan was, een hater of iemand die het van een afstandje bekeek, als je een vijfendertigplusser bent maakt Doe Maar onherroepelijk deel uit van je jeugdsentiment. Je kunt niet zeggen 'Oh ja, die zag ik wel eens voorbijkomen bij het rondzappen' of zoiets. Het was gewoon te alomtegenwoordig.
Zeker als je in Tilburg woonde, want daar kwam Henny Vrienten vandaan. En ik woonde dan ook nog eens vlakbij hem. Ruim gerekend waren we een soort verre achterburen.
Niet dat ik veel van mijn buurtgenoot merkte. Van het gedoe rondom hem echter des te meer. Elke dag wanneer ik na schooltijd met lijn 1 (Oerle-Zorgvlied) naar huis reed, kwam deze langs het tot bedevaartsoord verworden hoekpandje van Vrienten.
"Daor wôont ie!" riep dan altijd wel iemand.
Vrijwel alle scholieren zaten dan met hun neus tegen het raam gedrukt om een glimp van Henny Vrienten op te vangen. Met het idee dat ze een gordijntje zagen bewegen waren ze al dolgelukkig.

Kort voor of na de opheffing van Doe Maar verliet Henny Vrienten Tilburg en het huisje zou, ondanks de potentiële museumwaarde, een paar jaar later gesloopt worden.
Op de plek waar Henny's huisje stond, staat nu parkeerterrein en achter dat terrein is het momenteel een grote bouwput. Er komen appartementen.

Sinds enkele jaren woon ik weer in dezelfde buurt en passeer ik die bouwput regelmatig. Ik denk dan altijd even met een weemoedige glimlach terug aan dat Henny Vrienten-huisje en de kouwe drukte die mijn leeftijdsgenootjes over dat huisje maakten. Of de onverschilligheid die ze veinsden terwijl ze met een schuin oog keken of er wat beweging viel te bespeuren.
En tegelijkertijd besef ik hoe voorbij dat allemaal is. Het huisje is weg, Henny Vrienten is weg en bovendien allang niet meer de Henny Vrienten van toen, ik ben geen veertien meer en de alomtegenwoordige Doe Maar-rage en het gevoel dat daarbij hoorde krijg je nooit meer terug. Niet met een reünie en niet met een musical.

Men probeert het wel uit alle macht.
Er zijn al Boomerangkaarten met groen-roze Doe Maar-letters gesignaleerd en de familie Hoes melkt de band nog eens uit met een verzamel-cd. Verder is 'De bom' nogmaals op roze vinyl uitgekomen.
Ik voorzie nog meer van die hypeherlevingspogingen. Die met de juiste marketing overigens volop kans van slagen hebben.
Maar zelfs al zou het straatbeeld weer opnieuw gedomineerd worden door jongens en meisjes met Doe Maar-buttons, Doe Maar-haarbandjes en Doe Maar-polsbandjes, het zullen nooit meer die jongens en meisjes van toen zijn. En die jongens en meisjes van toen zijn echt te oud om er nog mee te gaan lopen.
En als lijn 1 die allang geen Oerle-Zorgvlied meer heet de bouwput passeert waar vroeger het Henny Vrienten-huisje stond, kunnen de scholieren aan boord wel roepen "Daor heej-t-ie gewôond!" maar zoiets is nog minder dan surrogaat.

Je kunt de mensen wel aanpraten dat de tijd teruggedraaid kan worden, maar daadwerkelijk terugdraaien kun je hem nooit.
Maar wellicht is het aanpraten voor veel mensen wel genoeg.
Er zijn immers ook nog steeds mensen die geloven dat Elvis en Jim Morrison nog leven.

#*#

Schrijver: Ko de Laat, 7 februari 2007


Geplaatst in de categorie: actualiteit

3.0 met 2 stemmen 600



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)