Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

De Professor weet het beter

Vinger aan de pols
De in 1913 te München geboren Schalom Ben-Chorin — die onder meer een biografische schets in boekvorm heeft gepubliceerd over de befaade chassidicus Martin Buber — memoreert in zijn jeugdherinnerigen 'Jugend an der Isar' — in Duitsland verschenen in 1980 en later als pocket herdrukt, doch momenteel uitverkocht — een voorval met de toen befaamde Arthur Kutscher (1878-1960), één van de grondleggers der theaterwetenschap, die vanaf 1915 aan de universiteit van de Beierse hoofdstad doceerde. Hij gedroeg zich, in tegenstelling tot het merendeel van al zijn collega's in eigen land en elders, niet als de traditionele kathederfiloloog, die zich beperkt tot alom bekende (toen) eigentijdse auteurs; Kutscher hield eveneens de vinger aan de pols als het ging om nieuw werk van beginnende, meestal (nog) onbekende schrjvers. Ondanks zijn Duits-nationale gezindheid stond Kutscher in literair opzicht niet alleen open voor progressieve en maatschappelijke stromingen, maar omarmde hij deze zelfs.

Taalmuzikale wetmatigheid
Ook in andere opzichten gedroeg Kutscher zich als een ware non-conformist, wiens leermethode zich niet beperkte tot de collegezaal. Beroemd werden zijn excursies aan het einde van het semester. Londen, Parijs en zelfs Moskou waren het doel van zulke ondernemingen — wat in die periode nogal ongebruikelijk was — en dat leverde hem de bijnaam 'Reiseonkel der Universität' op.
Buiten de alma mater hield Kutscher 'zitting' aan een stamtafel in café De Krokodil. Op een dag nam de professor een nieuw verschenen dichtbundel mee. "Morgenrot! Klabund! Die Tage dämmern!", en vervolgens refereerde de hooggeleerde aan zijn stamtafel over deze vulkaanachtige uitbarsting van èchte lyriek. Van dichtkunst wist èn begreep deze professor wel degelijk iets. Ooit had hij de vaststelling getroffen: "Lyriek is taalmuzikale wetmatigheid."

Tegenspraak
Maar nadat de professor verzen uit de nieuwe bundel had gedeclameerd en ze vervolgens aan een analyse had onderworpen, nam een jonge — eerste- of tweedejaars — student, genaamd Alfred Henschke, het woord en waagde hij het de exegese van professor Kutscher tegen te spreken. Daarop gaf de hoogleraar hem te verstaan dat hij die belangrijke dichtkunst eenvoudigweg niet begréep. Deemoedig legde Alfred Henschke vervolgens uit dat hijzelf Klabund was en dat die naam een pseudoniem was, ontstaan uit de samentrekking van 'Klabautermann' en 'Vagabund'. Even was Kutscher de kluts kwijt, maar hij herstelde zich snel. Vanaf Olympische Hoogte verklaarde hij:
"Dat zegt niets. Interpretatie is geen taak van de dichter, maar van de criticus."

Schrijver: Heinz Wallisch, 31 mei 2007


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.5 met 2 stemmen 764



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Rina van Dijk
Datum:
1 juni 2007
En misschien had de betweter nog gelijk ook!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)