Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Boven komen (2)

EEN.

Ruud heeft áltijd een gps bij zich. Op z'n stuur. Ruud ziet elke scheet dus ver van tevoren aankomen. Ook waar je struikelt over wegwijzers en paddenstoelen, vaart hij op satellietaanwijzingen. Al zouden wij geblinddoekt door de Kalahariwoestijn fietsen, met Ruud en dat onafscheidelijke ding is verdwalen onmogelijk.
Overbodig te zeggen dat daar elk jaar de nodige grappen over worden gemaakt.
Maar nu even niet.

Nu gidst Ruuds gps de traumahelikopter die is opgeroepen naar de coördinaten van l'accident. De heli landt naast de plek waar Jappe zojuist onderuit is gegaan in een afdaling van niks.
Jappe is de sterkste sportman.
Hij ligt op zijn buik. Zijn gezicht bloedt. Hij beweegt niet. Hij wordt op een brancard geschoven en vliegt naar Sart Tilman, het hospitaal in Luik. Vlak nadat hij aankomt, zullen zijn ouders een telefoontje krijgen en vertrekken.

TWEE.
De groep fietst rondjes zonder Jappe. En zonder de twee Franssprekende fietsgenoten die zijn ouders gezelschap houden tot Jappe weer bijkomt. Ze logeren dit weekend in de kamer die over is en maken zich zorgen.
Ze houden ze zich groot.

DRIE.
Vlak voor me trapt Huisgenoot in het ritme van Juan Luis Guerra. FrÍ-o – frÍ-o ... - o caliénte ... tí-bio - tí-bio.

Longblaasjes. Ik heb ze nog en ze staan allemaal wijd open. Als ik lucht over had, zou ik keihard fluiten. Of zingen.
Zometeen de Wanne. Een klassieker, schijnt.
Klassiekers zijn leuk. Kun je tenminste over pochen tegenover kenners en renners.

Als we bij de kruising na het klimmetje hijgend op elkaar staan te wachten, vraag ik Huisgenoot hoeveel kilometer het nog is tot die Wannedinges.
'Dit was 'm', zegt hij.

VIER.
Mijn benen doen pijn. Ik ben nog steeds euforisch over gisteren.
Ik heb geen zin om te fietsen. Ik wil alleen zijn. Koeien kijken in de stilte. Er staan er een boel in de heuvelige weide waar onze gite op uitkijkt en ze zien er aardig uit. Eigenlijk net als Hollandse koeien.

Huisgenoot rijdt Jappes ouders naar het ziekenhuis.
Arnold trekt zich terug in de leeskamer. Ook moe. Hij gaat straks de Redoute op in de auto.
Kan hij thuis toch vertellen dat-ie 'm heeft gedaan.

De koe blieft geen mooie paarse klavers. In tweeën geknakte, knapperige grashalmen hengelt ze wel naar binnen. Ze hapt het groen met schurende tong uit mijn hand. Voorzichtig, want ze vertrouwt het maar niks, dat schaterlachende mensje in haar rode jekje.
Als deze koe over de dam is, volgt de rest. Met z'n vijven staan ze in een halve maan aan de andere kant van het prikkeldraad.
Ik pluk en voeder.

VIJF.
Jappes vader, uitgetreden jezuïet, begenadigd biljarter en beroepsrebel in de gemeente E., schuift zijn stoel naar achteren. We leggen onze vorken en messen neer. De pasta wordt koud.

Jappe doet het weer. Minstens een zware hersenschudding, minstens een maand uit de running. Nou ja, hij gaat in elk geval niet dood. Niet aan deze val, tenminste.

'Ik keek zojuist op de kaart van deze prachtige omgeving', zegt Jappes vader.
'En ik kwam zo wel langs 3 stipjes tegen met de naam.... Paradis.'
Verwachtingsvolle stilte.
'Wat ik eigenlijk wil zeggen is: zo zien jullie maar - het paradijs is overal.'
Hij lacht.

Schrijver: Alina Nubé, 28 mei 2008


Geplaatst in de categorie: vriendschap

3.4 met 11 stemmen 380



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)