Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

De inbreker de beach boy en het meisje

In de trein van Dordrecht naar Leiden probeer ik me door het boek Duyvendak te worstelen. Ik heb tussen inbraak en taart nog geen zinnig woord gehoord over de mogelijke legitimiteit van Wijnands acties, dus heb ik het boek zelf maar ter hand genomen. De eerste 50 pagina’s waarin de jonge Duyvendak activist wordt, kunnen maar matig boeien.

Bij de stop in Rotterdam komt er een meisje binnen met in de ene hand een telefoon en in de andere een gitaar. Zonder de hoorn van haar oor te nemen, plant ze de gitaar op een stoel in het carré aan de andere kant van het gangpad. Daarna draait ze een kwartslag en gaat naast haar instrument zitten. Het gesprek gaat verder.

Schuin tegenover haar zit een jongen in surfshort met teenslippers. Dat oogt wat fris voor het uur van de avond. Op zijn kin groeit een driedagenbaard. Zijn hand speelt met een rode aansteker. Zenuwachtig.

Het meisje babbelt verder, slaat haar ogen op en zegt tegen de beach boy: ‘hé ik ken jou!’. De jongen knikt wat aarzelend en je ziet hem denken waarvan hij haar kan kennen. Dat wordt snel opgehelderd. ‘Er zit hier een gozer tegenover me die vorig weekend een half uur door mijn haar heeft zitten kroelen’, verklaart het belmeisje tegen haar onzichtbare gesprekspartner en schakelt vervolgens weer moeiteloos over naar het onderwerp van voor de herkenning.

De jongen schuift wat ongemakkelijk heen en weer. Het is duidelijk dat bij hem het kwartje nog niet is gevallen. Was hij dronken? En waar is het gebeurd? Hoe heet ze? (of gedachten van die strekking).

Het meisje ratelt onverstoorbaar verder, haar blote voeten ontspannen op de stoel aan de overkant. De jongen draait wat met zijn aansteker, kijkt naar het rode ding en staat op. Haar benen blokkeren zijn aftocht. Ze slaat haar ogen op en trekt vervolgens tergend langzaam haar knieën omhoog, haar rok glijdt met die beweging richting haar schoot. De ogen van de jongen bewegen onwillekeurig mee. Hij moet vanaf daar vrij zicht op haar kruis hebben.

Hij richt zijn blik op en monstert de smalle doorgang die ze hem laat. Er langs zonder aanraking, is onmogelijk. En dus benut hij het moment om met zijn vrije hand even haar knie te strelen. Zijn ogen op de grond gericht, haar blik in de spiegel van het raam. Het gesprek stokt niet. De jongen verdwijnt. Gaat hij roken, of belt hij zijn beste vriend om de gaten in zijn geheugen te vullen?

De onthullingen van Wijnand D. kunnen me thans gestolen worden. Als zij eindelijk de telefoon neerlegt, wil ik haar vragen wat er aan het kroelen voorafging en wat er daarna is gebeurd. Zou zij zijn naam nog weten?

In plaats van mijn nieuwsgierigheid te bevredigen, staar ik wat naar de letters van pagina 51 tot de speaker station Leiden aankondigt, waar guitar girl en beach boy ook uitstappen, elk vanaf een ander balkon.

Schrijver: harry van dooren, 30 augustus 2008


Geplaatst in de categorie: liefde

3.6 met 5 stemmen 517



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Harry van Dooren
Datum:
1 september 2008
Email:
hvandoorenzonnet.nl
Nee. Wel een eindoordeel: Leest NIET als een trein.
Naam:
geert kruideren
Datum:
30 augustus 2008
Je hebt een heel nieuw literair genre uitgevonden: in plaats van het boek af te kraken geef je een onverwachte draai aan je recensie, waaruit de lezer zelf zijn conclusie kan trekken.
Heb je al een naam bedacht voor dit genre?

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)