Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Snor van Kouwenaar opgelost

Laten we bij een gedeeld begin beginnen.
Het schrikmoment van de Twentse neuroloog die patiënten met burnouts ver vóór ze van Drees gingen met Alzheimer, Parkinson of multiple sclerose stuurde. Daartoe dossiers systematisch vervalste. Al jaren bekend bij vakgenoten omgevingen directies en verzekeraars.

Uiteraard. Voorzitter Herre Kingma van Medisch Spectrum Twente (MST) verklaarde meteen: logisch, Conspiracy of Silence. Hij oud-baas Inspectie Volksgezondheid weet niet beter dan dat men zonder afspraken blunders en medische pijntjes verzwijgt. Loslaten leidt bij leken tot verwarring en uiteindelijk de dood door ongeloof in de medische stand.
Radio West verdwaalde een stem: op Sicilië moet je er eerst een eed op zweren.
Voor de rest dacht iedereen gewoon met Kingma mee: ja typisch medisch model. Het leven gaat door en die neuroflesser wordt nu toch vervolgd.
Gaan wij, u en ik, daarin mee? Zo nee gaat u maar. Zo ja, vlucht niet weg.

Begin jaren tachtig vielen de schellen van mijn ogen: Nederland is één grote klont samenzweringen tot zwijgen. ‘Soevereiniteit tot autonomie in eigen kring’ is hun eufemisme. Elke maatschappelijke sector van belangwekkende bedrijvigheid kent zijn eigen samenzwering. Waarbij alles van belang voor altijd achter geblindeerde kastegordijnen is gestald. Voor de continuïteit. Zeggen ze.

Wij verplaatsen ons rond 1980. Het jaar is onbekend: ik waggelde vaak in die jaren. Zonder papier in de hand voor het waar en wanneer. Jammer achteraf.
Waar waggel je beter dan in Amsterdam. Een waggelaar waggelt er nooit alleen. Onderweg liep ik de knappe dichteres S. tegen het lijf en ze vroeg me mee naar “het dichtersfeest”. Dan zegt een gezonde waggelaar geen nee.

En inderdaad hartje Jordaan in een Sociale Academie vierden ze groots versierd feest. Daar hingen en zaten ze allemaal: Nuis Deel Deelder Schier Simon Doorn Nooteboom Buddingh' Engquist Min Mensje Komrij Campert noem maar op. Zelfs Mulisch, gelegenheidsdichter, was er met een volumineuze tante in bloemetjesjurk. Naar zeggen ene Vera de Vries. Jaarlijks festijn, ik ben er altijd zei Hans Plomp. In 1945 door de verse voorzitter van de Beroepsgroep Poëzie&Rijmend Lied A. Roland Holst geïnstalleerd. Die de club meteen blijvend in Statuut Art. 1 wijs voorzag:
'Het leven is de enige ziekte waar wij allemaal aan doodgaan, alle andere ziekten zijn slechts handlangers.'
Vertelde althans Simon Carmiggelt, die als Karel Bralleput zijn passe-partout thuis liet. Wat een feest – ik zal niet in details treden. Wij, S. en ik, verzonken in een oude sofa nabij de bar. En daar werd mijn leven overhoop gegooid. Sindsdien zie ik alles anders. Luistert.

Ze hadden eigen poëtenbarbeheer, een zooitje ongeregeld. De tekstdichter Jan Boerstoel speelde barhoofd. Misschien de hoogste post voor de subklasse. Toch meer een doorzakhoofd, Jan toen normaliter. Plots viel mij op dat hij top-Vijftigers zelf bediende. En er vooral bij de grootste levende Dichter des Vaderlands, Nobelkandidaat Gerrit Kouwenaar, een popy show van maakte. Met zijn rug naar het fenomeen toe intapte. Uit meerdere flessen en maar doorkleppen onderwijl. Ik dacht zelfs dat hij wat in dat glas strooide. Toen al!
Het viel mij echt op al moest ik me steeds los maken uit omarming. Hoogst verdacht. Daarna weet ik het even niet meer. De draad kwijt.

Om uren later uit de sofa op te schrikken. Hard hoofd. Ze sleepten in verlatenheid iemand over het parket naar de directiekamer. Wat zie ik: Gerrit himself. Met daarachter een kleine Italiaan met schaar. Naar mij later is gebleken P.Baschetti uit Fiumicino, kapper van beroep. Ik er achter aan.
Wat toen gebeurde kun je niet te verzinnen, verschrikkelijk gewoon: de Italiaan knipte razendsnel de martiale snor van Gerrit af. Hét pronkstuk van onze literatuur. En plakte die haar na haar vingervlug op een velletje. Vervolgens drukte hij die lachend op de plots blote bovenlip van Jan Boerstoel. Tot dan zoals bekend met melkboerenhondenharen begroeid.

Alles werd in een flits duidelijk. Arme Kouwenaar was geflest door een Boerstoelgang. Ik schreeuwde ‘dat gaat zomaar niet. Ik protesteer namens de Letteren.'
Waarop een stem zei: ‘Stil druiloor, vergeet wat je ziet.’ Ik zag Jan nog een gebaar maken zodat ik door twee Jordaanse schuifdeuren werd opgetild en in de Eglantiersgracht gelazerd.

Ziet u de strekking van de samenzwering? Om uw geheugen op te frissen: Kouwenaar is in de tachtiger jaren lang nergens gesignaleerd. Waar las u dat hij werd vermist? Over het bericht in de GÖTEBORGS-POSTEN d.d. 25 februari 1985 frontpage Waar zit Gerrit Kouwenaar Holland cand. de Nobelpriset? Ooit vertaald ergens? Ooit over de vreeemde snor van Boerstoel? Hoe werd Boerstoel beroepsvoorzitter?
Ga maar door: niks nergens! Één grote doofpot, die hele dichtersberoepsgroep.

Geen ontkomen aan, u begrijpt wat ik bedoel. Het is nu tijd ons met elkaar te verstaan! Ons land hangt van door samenzweringen geregeerde sectoren aan elkaar. Te beginnen met de poeten. Via touwtjes die in Den Haag samenkomen. De regering spreekt met één mond. Bij financiën mag Bos, bij de A-1 en de A-10 bij Diemen Camiel Eurlings, bij Oorlog of Vrede de premier. Als die zwijgt inzake Irak zwijgt de hele conspiracy of silence. Iedereen zwijgt mee!

Het moet een keer ophouden. We hebben er al een nobelprijs mee verspeeld, plus dat we bijna tegelijk vanuit stilte met Bush Irak de oorlog verklaarden.

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 31 januari 2009


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 4 stemmen 325



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)