Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Erbij horen

Tijdens wandelingen door de vrije natuur kom je ze zelden tegen. Te weinig in verhouding tot het aandeel dat ze hebben in onze bevolking. Soms lijkt het wel of allochtonen niet van natuur houden. Of ze enkel en alleen in steden wandelen en de bossen links laten liggen. Ligt het misschien aan mij dat ik slechts autochtonen tegenkom buiten de gebaande paden of is het een algemeen verschijnsel?

Het ligt aan mij want daar in de prachtige bossen van Wolfheze kwam ik een hele groep tegen. Het stel bleef staan en genoot net als ik van het uitzicht en een zwaar bemoste kronkelknoest die ooit een Wodanseik was. We maakten een praatje en twee jongens kwamen naast mij op een bankje zitten. De ene jongen was vooral geboeid door bomen en de ander vond het heerlijk om lekker buiten te zijn. Aardige lui, dacht ik, toen ik verder liep. Het begon te druppelen en ik wilde mijn paraplu opsteken. Maar die had ik niet. Hoe kan dat nu, ik had hem toch meegenomen? O, vast laten staan bij het bankje. Terug naar het bankje, want thuiskomen zonder de paraplu van mijn vrouw - een wietplu uit Amsterdam - kan niet. Niet dat ze gebruikt, maar ze is gehecht aan het zwarte ding met het frisgroene hennepblad. Bij het bankje vond ik de plu niet, dus …gestolen! Vooroordelen flitsten door mijn hoofd.

Enkele dagen later rijd ik ontspannen naar mijn werk. Op de provinciale weg naar Achterveld word ik vele malen gepasseerd. Een Audi dwingt me de berm in. Geschrokken sein ik naar de automobilist, een gestropdaste zakenman. Een Passat snijdt me en ik verwens de bestuurder binnensmonds uit verontwaardiging. Dan blaast een oude Ford me bijna van de weg. Nu zal ik eens flink gaan toeteren, denk ik als ik opzij kijk naar de bestuurder. Maar als ik zie dat de Ford wordt bestuurd door een gehoofddoekte moslima, beheers ik me. Ze zou het eens als discriminatie kunnen opvatten. Dan besluit ik toch dubbelhard te toeteren en met mijn koplampen te seinen. Leve de integratie. Blanke zakenmannetjes en moslima’s, ze horen allemaal bij hetzelfde volkje, we scheren ze allen over dezelfde kam.

Voldaan zet ik de auto op de parkeerplaats voor mijn kantoor. Mijn pakje brood rolt uit mijn jas onder de autostoel. Graaiend tasten mijn handen, wat voel ik? Een plastic broodzakje en …de wietplu.


Zie ook: http://www.gmuitgevers.nl

Schrijver: George Knottnerus, 6 maart 2009


Geplaatst in de categorie: discriminatie

2.7 met 13 stemmen 1.067



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)