Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Scorels faam sijpelde weg

Een mens lacht wat af.
Neem mij, ik las ‘Houvast aan een drijfboei’, artikel van Wieteke van Zeil over Jan van Scorel(1495-1562) in de Volkskrant 26 maart 2006. Er is een tentoonstelling aan hem gewijd in het Centraal Museum tot 28 juni: ‘Scorels Roem, hoe een Utrechts schilder de Renaissance naar het Noorden bracht.’
Van Scorel, geboren in Schoorl, leertijd in Amsterdam en Haarlem, reisde veel o.a. naar Venetië en Jeruzalem(1518-1520) en was conservator in het Belvedere voor Paus Adrianus VI(1522/23, opvolger van Rafaël!) en kwam pas in 1524 voor drie jaar naar Utrecht. Als geestelijke die er ook bij schilderde. Wel al met de Renaissance in zijn hoofd uit Italië en zijn kennismaking met Michelangelo en Rafaël achter zich..
Hij was tussen 1535-1535 het productiefst - in Utrecht met een eigen atelier(hoewel uit zijn Italiaanse periode niets bewaard is). De titel van de tentoonstelling heeft daarom chauvinistische trekjes: Jan kwam zelf met de Renaissance mee naar Utrecht. Sterven deed hij jawel in Utrecht. Hij was in ieder geval zeker geen Hagenees.

Wieteke echter ontlokte mij om iets anders de gulle lach. En wel met haar verklaring voor Scorels betrekkelijke onbekendheid. Jeroen Bosch was bij zijn leven al geweest. Frans Hals, Vermeer en Rembrandt moesten nog komen. Terwijl werk als zijn Agatha(Rijks) te vergelijken zou zijn met dat van die coryfeeën.
Welnu die verklaring was er dus niet. Maar Wieteke vond er één in "de tussentijd”:
‘Sommige tijd is tussentijd. Maar dat weet je altijd pas achteraf.’

Stel je voor ja, je zal maar in de tussentijd leven. Veel zo niet alles gaat aan je voorbij. Een kinderlijk plezier maakte zich van mij meester. Als kind zat je met dat soort vragen en deed je dat soortgelijke heerlijke uitvindingen. Je voelde je even geniaal omdat je om jezelf zo ontzettend moest lachen.
Willekeur en toeval Wieteke, het blijft moeilijk eraan toe te geven. Zeker als Jan beter had verdiend.

Want laten wij eens naar zijn tijd kijken, wat gebeurde zo al:
1492 Columbus ontdekt Amerika, gevolgd door bloeddorstige Conquistadores, onwaarschijnlijke diefstal slavernij sterfte verrijking en vernietiging.
1498 De Portugezen varen als eersten om de Kaap naar1498 Indië en de handel begint..
1500 Invoering modern rekenen met cijfers in het Nederlands.
1530 Quade Saterdach: Sint-Felixvloed overspoelt grote delen van Zeeland Vlaanderen en Holland: 100.000 doden. Zeeland telt 23 verdronken dorpen; rond de stad Reymerswaal is het land weggeslagen, wat rest wordt tot 1570 nog zes keer met storm geteisterd en dan door de geuzen in 1573 afgebrand.
1519 Maarten Luther (1483 – 1546) komt met zijn aflaat-stellingen.
Vanaf 1500 toename religieuze conflicten ook met Mohammedanen en van tegenstelling arm-rijk; bevolkingsgroei explosief en eerste aanzetten wereldeconomie.

Kijken we naar beroemde tijdgenoten in filosofie en cultuur:
Niccolò Machiavelli (1469 - 1527) Michelangelo(1475 – 1564) schilderde plm 1820 de Sixtijnse Kapel; Rafaël(1483 - 1520); Leonardo da Vinci(1452 – 1519); Erasmus(1466 – 1536); Thomas More - (1478 – 1535); Montaigne(1533 – 1592).

Dit lijkt mij klip en klaar geen tussentijd! We zien ongelooflijk veel diepgaand vaak onomkeerbaar veranderen in kort bestek. Waar niets aan afdoet dat het aanzetten zijn voor zogenaamd nog grotere veranderingen: dat is ons perspectief achteraf. Luther Morus de Mona Lisa van Da Vinci en Columbus verwierven wel degelijk hun roem in eigen tijd. De gevolgen van toegankelijke rekenarij waren ook meteen voelbaar. De Sint Felixvloed vroeg o.a. om nieuwe bedijking.

De titel van Wieteke’s artikel – ‘Houvast aan een drijfboei’ is voor wie het mocht denken geen zelfspot. Drijfboei staat niet voor ‘tussentijd’ maar voor Scorels enigheid: hij werkte en stond vooral alleen, had ook geen navolging. Ook al werkte hij als eerste hier met een atelier naar Italiaans model. Met leerlingen/collega’s om samen te werken.

We moeten het elders zoeken. Al dan niet onder de indruk van de ramp op Quade Saterdach deed Jan van Scorel aan dijkbouw. Op 31 maart 1552 verleende Keizer Karel V aan Jan van Scorel op zijn aanvraag octrooi tot bedijking van de Zijpe. Hij gooide daarmee- denk ik - zijn eigen ruiten in. Dijken aanleggen is voor ons in de lage landen geen kunst, hoe ook van levensbelang. Zijn dijk brak ook na drie jaar nog eens door, geen sterke beurt! Vanwege het levensbelang van dijken voor ons denk ik dat Scorel toen zijn naam heeft besmet. En daarmee zijn kunst. Hollanders zijn nuchter en oordelen door water gedwongen beide voeten op de grond: nat of niet nat. En leer mij ons kennen, we serveren bikkelhard af.

Ook Leonardo da Vinci deed aan watermanagement. Hij ontwierp een brug over de Bosporus. Nooit gebouwd. Hij bracht praktische adviezen in over de kanalisatie van de Arno – genegeerd. Toch worden zijn waterbouwkundige acties ondergebracht bij het kunstzinnige genie.
Het is ongelijk verdeeld in de wereld.

Zoals we al zagen, reden tot lachen. Maar niet luidruchtig en niet lang. Zoals Montaigne al schreef ‘Alleen genot dat gematigd blijft kan men proeven en verteren’.

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 28 maart 2009


Geplaatst in de categorie: tijd

4.3 met 3 stemmen 3.265



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)