Vogelvlucht
Het wordt nu echt winter. Vroeg donker, laat licht. 's Morgens hangt de vrieskou nog in de lucht. Zelfs de vogels blijven langer in hun nest liggen. Alleen af en toe een overtrekkende troep ganzen verbreekt de stilte.
Gakkend sturen ze elkaar aan. Opgewonden vragen ze elkaar wat ze aan zullen treffen in het land van belofte. Zou het verse gras er net zo groen zijn als het afgelopen jaar? Zullen ze de ouderen die zijn gebleven en de jongeren die nog niet mee mochten weer ontmoeten? Wat zal de tijd ze brengen, daar in het nieuwe land?
(Even ervan uitgaande dat ze het nieuwe land zullen bereiken. Dat ze niet van uitputting de overtocht niet bereiken. Of dat ze onderweg door vijandelijke luchtmonsters worden aangevlogen, of door ander gevaar worden neergehaald? Ze weten dat er ieder jaar slachtoffers vallen. Maar wie dit keer? )
Kwekkend vliegen ze verder. Pratend over de hereniging met familieleden, met het weerzien van hun geboorteland. Nieuwe liefdes zullen opbloeien en nieuw leven zal het daglicht zien.
Nog even, een paar dagen vliegen, dan komen ze aan. Er zijn nog wel wat hobbels te nemen, wat stormen te doorstaan en - niet ongevaarlijke - rustmomenten te nemen. In lang niet ieder weiland zijn ze welkom. Op lang niet alle plekken waar het voedsel voor het oprapen ligt is er de rust en de tijd om weer op kracht te komen. Ze weten van de velden waar op ze wordt geschoten, die vermijden ze maar al te graag. Voor de honden zijn ze niet bang, die verwijzen hen naar een erf waar ze rustig mogen landen.
Enfin. Ze zijn er voor elkaar. En zij die de reis niet zullen overleven, daar wordt voor gezorgd. Die worden door al eerder omgekomen ganzen op een andere plek opgevangen. Een waar ze uiteindelijk allemaal naar terug zullen keren. Het thuis, waar je nooit meer vandaan hoeft te gaan.
Geplaatst in de categorie: reizen