Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Grote Onbekende komt weer langs

Vaak al was ik ermee bezig. Hopeloos, zo immens groot van voren en van achteren om nog maar te zwijgen van tussendoor en ook zo volstrekt onbekend. Er zit geen begin middenstuk of eind aan. Bepaaldelijk onbepaald.
Wel merkte ik van alles op dat al opgemerkt was. Je moet bij die Grote Onbekende zijn en blijven om niet veel te missen. Vermannelijkt naast aangevreten constateert de taalman, door eigen tand. Met passen en meten wordt er van oudsher veel mee versleten. Destijds speciaal, die van de kaneel, van Balkenende.

De kunst erin te zijn telt meer zeggen de dichters dan er veel van te wensen. Eisen is echt dom naar het schijnt. Geef je eraan over maar niet te compleet. Neem de kerst, gezelligheidsfeest bij uitstek. Toch gezelligheid kent hij niet. En hou hem in de gaten anders schuift-ie je misschien door tot in de pruimen. Dat is de narigheid met je kop er niet bij houden en toch vullen. Hij glipt tussen je vingers, je raakt in nood en je wordt een ons zonder raad.

De beroemde Franse schrijver Proust schreef wat hij eraan verloren waande uit, om op te halen. Op bed meest. In het Nederlands was dit ongrijpbaar fenomeen van oorsprong vrouwelijk. ‘Vadertje’ noemen zekere zachte krachten hem. Scherprechter toch van jewelste. Kijk naar de aandelen, de helft minder waard dan obligaties. Onherroepelijk, tel maar na die duiten volgens de kranten.
Vanuit Engeland kwam de mare door dat de al doordringende Grote Onbekende voor geld door kon gaan. Zelf kregen ze in de achttiende eeuw de boodschap door uit hun koloniën. Hoewel Benjamin Franklin in wat nu de USA zijn opnieuw uitvond wat in Italië al sinds de Etrusken voor spreekwoord doorging*.

Van de vroegste tijden af probeert men hem te vangen. Een obsessie, vergelijkbaar misschien met die voor de vraag waarom en waardoor halen we adem. Hij zat in onze kop om mee door en in op te staan en slapen te gaan. Iedereen had er één voor en in zichzelf en tevens was-ie algemeen. Had je er meer dan hoorde je - logisch - soms meer stemmen en werd je gek verklaard. Zo erg was, wat zeg ik, ja zo erg is het.

Er ontstond hoe dan ook enige gedeelde grip zo’n 11.000 jaar geleden. Bij bewoners van de Dordogne die omhoog keken. De Grote Onbekende werd aan de hand van de maan gekerfd in arendsbotjes. De maan ging op en af en het verloop leek rond. De ontdekking van vastigheid in rondjes! Met schrikbarend verlies het jaar rond aan dagen. De maan was een grove misleider. Maar de klok bleef er in, die werd vaste maat in ons vizier.

Misschien kwamen ze erop via poedels die in één tempo om een punt draaiend in hun eigen staart trachtten te happen. Mechanische en schematische poedels. Ondenkbaar zonder gevoel voor oorzaak. Dwangmatig causaal in de breininrichting waren we. De haastneurose kwam daar later bij door bewustmaking van strijdige bio-klokken.

Het is ons al te bekend, alles bruikbaar voor de macht wordt in gemeenschap gebracht. Opgelegd en toegepast voor de beheersing van boven. Alle eredienst gaat voor onze meester Efficiency. Onze Eerbiedwaardige Grootheid werd in Engeland gelijk gezet voor het spoornet. De twee wijzers kwamen op de klok voor fabrieken. Terwijl elk gehucht tot dan eenwijzerig voor zichzelf aan kon.

Julius Caesar zette eerder voor eeuwen een punt achter veel dispuut. Naast Cleopatra haalde hij tegen Cicero’s wil de zon uit Egypte binnen voor zijn kalender om op te leggen. Begint 1 januari, om de god Janus te behagen.
Hielden Romeinen keizers en pausen hoog in de baan, de Grote Onbekende bleek los van ze te staan. De vroege middeleeuwers Notger de Stotteraar(Lux) en Herman de Lamme(Fr) keken vreemd op terwijl ze data en firmament vergeleken.
Hun vraagtekens rond Pasen leidden nog tot niets. Pas Roger Bacon kreeg de boel op termijn aan het schuiven. Ook hij zag dat de malende rondjes het vizier niet voor 100% afdekten. Slordig en ‘beledigend voor God en alle martelaren’. Religieuze hoogtijdagen waren met de tijd verschoven en vielen dus steeds meer verkeerd.

Veel verhevens loste op in het niets. Het tijdbeeld werd vertekend door deelbemaling in het rond waarbij veronachtzaamde massa buiten het vizier viel. Oftewel door meetfoutjes ontstaat een zwevend aanzwellend surplus waardoor niets en niemand nog weet van wat wanneer. Gebeden en rituelen konden net zo goed achterwege blijven, ze kwamen toch te laat. Bacon zag dat in 1267 om drie eeuwen later pauselijk te worden erkend. Na voorwerk in commissie door Clavius en Lilius kwam “De Correctie”.

Rome kon zo in 1582 tijdig nog veel gezag voor lange tijd onder de mensheid houden en herstellen. Paus Gregorius XIII, geboren als Ugo Buoncompagni(!), begreep het. Met zichtbare foutjes over de Grote Onbekende liep het Pauselijk regime onomkeerbaar stuk.

Enige tijd daarvoor al draaide ene Copernicus tijdens het naar boven kijken en vergelijken de wereldbol in gedachten door. We draaiden om de zon was zijn conclusie. Zijn uitgever Osiander presenteerde het in 1543 als ‘wiskundig model’, niet als werkelijk. Om de Paus te slim af te zijn. Hoe kan immers de mens centraal in de schepping staan als de aarde om iets anders draait?
Een truc die werkte tot 1616.

Copernicus' ervaring stond niet lang alleen. Newton, Galileo Galilei, Bohr, Einstein droegen veel nieuws bij al maakten ze de Grote Onbekende er niet direct duidelijker op. Maar de Gregoriaanse Kalender houdt het. Wat niet wil zeggen dat die klopt. Welnee, maar het kan er mee door zolang als het duurt.
Zo vieren we zo meteen weer oud en nieuw. Klopt van geen kanten want wat die onbekende ook moge zijn wij hebben geen idee. Hij verloopt in principe vooral zonder ons. We houden gewoon die dag er in.
De beste wensen dus alvast voor de jaarwisseling en voor wat daarna komt.


*‘Il tempo è denaro.’

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 26 december 2009


Geplaatst in de categorie: tijd

3.7 met 3 stemmen 503



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)