Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Waar is de balans

Het was een gemoedelijke bedoening die middag in Zaal de Roos aan de Zwanenburgwal. De raadsleden de griffier de notulist de wethouder ze zakten los van elkaar allemaal steeds meer onderuit. De gracht werd eerst donker en toen weer langzaam licht. Dat kwam van de sneeuw die onvoorspeld groots en veeltallig in vlokken neerdwarrelde.

De kraampjes van het Waterlooplein achter glas sloten af. Wat restte was een omlijst stilleven om te dromen hoewel iedereen wist dat het van Avercamp was. Niet terecht, die schilderde er nog poppetjes bij. Een perfecte harmonie ontstond tussen traag aanschuivende besluiten en vertrouwde oude sluimer verwekkende winterbeelden.

De enige die in de zaal steeds vief rechtop bleef zitten was Mevrouw Jesse Bos die voorzat en iedereen de beurt gaf. Zij zag er gezond uit en moest ook om alle grapjes lachen. Meestal gingen die over stoelen die in maart gaan dansen. Inderdaad een komisch thema maar men ging er melig mee om.
Jesse kondigde de pauze aan. De inspraakronde was voorbij en mijn woordvoerder verliet de zaal. Ik ging ook voordat ik per ongeluk de orde zou verstoren.

Eenmaal buiten bleek het snijdend koud. Fietsen kon echt niet meer. De pet ging op en de sjaal over mijn oren. Ineens drong tot me door dat ik dit moment moest grijpen. Hoe barbaars ook. Dit maakt een mens maar één keer mee. Ik ging op weg naar de Dam.
De schoenen groeven steeds diep door de verse sneeuw. In de verlaten Oudemanhuispoort was een dak . Een boekverkoper draaide weemoedige Jiddische liederen. Ontroerend gaaf. Leo Fuld, hij liet trots de cd zien. De Achterburgwal en het Rusland waren weergaloze plaatjes. Museaal. Pompeii op de Wallen. De Oude Hoogstraat was een tikkie rommelig maar de Dam al ronduit chaotisch. Auto’s trams fietsen wilden vooruit. Die mensen verstoorden de orde van de natuur. Ze schreeuwden vielen en stonden weer op. Toch nog steeds werelds.

Op naar de Kalverstraat waar de mensen schuifelden. Logisch, het jaar rond stoken Finse kabouters er hun vuurtjes van onder op. In de kleine uurtjes na een bezoek aan de Engelse Reet heb ik er een keer één gesproken. In half Engels met handjes en voetjes. Een jong vrouwtje dat eerst van me schrok. Maar meteen zag dat ik zacht en goed was. We wisselden lang en prettig van gedachten. Zodat ik weet dat ze nu met de waakvlam aan hun winterslaap doen.

De smelt gaat dus niet echt snel en dat merk je. Het is glibberig en verraderlijk glad. Men moet er zijn aandacht goed bij houden. Dat lukt mij doorgaans beter met een goed gevoel. Om iets in mijn hoofd dat daartoe leidt op te sporen stond ik stil voor Peek&Cloppenburg. Vrij uitvoerig maar de dichter Pom Wolff wekte plots bij mij binnen een warm en oprecht meelijden. Het komt altijd ineens, maar soms moet ik lang wachten.
De heer Wolff schoot pas na 345 bladzijdes achter elkaar lezen over Gerard Reve voor het eerst in de lach. In de biografie van Nop Maas. Dan vraagt een mens toch hoe houdt-ie het vol. Die onverzettelijkheid kwam me ook van pas om niet te vallen. Dat speelt in mijn gevoel toch mee.

Met mijn geest op orde betrad ik de Kalverstraat. Dat viel extra tegen. Die straat heeft steile wanden. Het ging tijden goed, ik was gefocust op de balans en dat werkte. met al die rustgeving in moin brein. Tot een jonge meid iets vuigs naar me riep en ik zomaar het ravijn in gleed. Met aandacht alleen redde ik het niet. Door de kalmering van de dichter in mijn gedachten was mijn reactie echter technisch hoogstaand. Als een volleerd skispringer wierp ik mijn hoofd en romp naar voren.
Helaas iets te bruusk, ik viel voorover. Met vele kwetsuren werd ik in een slee door een corpsbal naar het Leidseplein getrokken. Wat heeft die gast zich uitgesloofd. In en uit een taxi gevouwen kwam ik vandaar in een wip thuis.

Om de tv op Canvas meteen aan te zetten. Kwaliteit daar op die tijd die me van de hevige pijn af zou leiden. Zoals mijn Drentse vriend Jan de Pief altijd zei, een ander doet ’t niet voor je. De verteller kwam beleefd en bescheiden over. Niks mee aan de hand. Zijn naam was Philippe Petit. Gaandeweg bleek hij een koorddanser. Ze zeiden de grootste evenwichtskunstenaar uit alle tijden. Nou ja zo’n mafkees doet het zichzelf aan. Gaat die griezel tussen de Twin Towers op een touw heen en weer lopen. Bij mij in beeld van onderen en van opzij. In 1974 stond vermeld. Toen ze nog stonden.
Ja dat begreep ik ook nog wel.

Gruwelijk wat een hoogmoedswaanzin die vogel. Uren achter elkaar. Ik heb hoogtevrees en loslaten kon niet meer. Dat is eigen aan dit soort vrees, het is verklevend en verslavend en de wil is ontoereikend. Die reikt gewoon zelfs niet.
Later ook nog van boven uit helikopters en vliegtuigen. Ik was al niet goed maar nu verkrampte mijn lijf op alle vitale schakels. Dat is de ellende van rust voor overbelaste spieren. Ik kon niet meer opstaan en de afstandsbediening lag op tafel. Het werd steeds erger, hij ging maar heen en weer op dat koord. Beneden moest zijn vriendin net als ik braken.

Lieve mensen, wees niet ongerust. Alles doet het weer en de ergste schrik is alweer voorbij.

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 9 januari 2010


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

2.8 met 5 stemmen 483



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)