Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Het ging hem om de kinderen

Sommige mensen blijven altijd bij. De zondag overleden Piet Meerburg is er één van. Hoewel mijn contact met hem in tijd en belang weinig tot niets voorstelt. Ik ontmoette hem bij een overleg met het DB (Dagelijks Bestuur) van Stichting Onderlinge Studentensteun S.O.S.S. Kriterion. Niet toevallig. Piet hielp in de tweede Wereldoorlog joodse kinderen onderduiken. Daar groeide voor na de bevrijding het idee. In de Plantagebuurt van Amsterdam. De naar hem genoemde groep legde contacten met en organiseerde overplaatsing naar gastgezinnen. Iedereen die nagaat hoe dat ging weet van de onvoorstelbare risico's die werden genomen.

Hij richtte de studentenbioscooop Kriterion op in november 1945. Om door de oorlog getroffen studenten in staat te stellen nog af te studeren. In het gebouw van ‘De Handwerkers Vriendenkring’, een Joodse emanipatievereeniging uit 1869 – na de oorlog niet her-opgericht. Piet zelf studeerde in de rechten af en werd een theater-tycoon. Naast veel meer - hij stichtte het Filmmuseum en bleef actief bij Kriterion betrokken. In bestuur en programmering.

Kriterion exploiteerde in 1970 naast de bioscoop ook het Shell-benzinestation, einde Zeeburgerdijk bij de Schellingwouderbrug. Daar werd ik werkstudent en raakte betrokken in het overleg. Bij de voorbereiding van festiviteiten voor het 25-jarig bestaan zat ik ineens tegenover hem.
Als een gewaarschuwd mens: Meerburg maakt gehakt van oproerige elementen. De tijd van de studentenacties en democratisering - ook daar. Hij keek met zijn fonkelende ogen dwars door me heen. Toch viel het mee, hij was nuchter to the point en soms wat ongeduldig. Mijn 'eis' was zesenzestig gulden studentenbonus. Praktisch: de vertaling van Joyce' Ulysses precies voor die prijs. Een cultureel tintje - dacht ik - maakt het verteerbaarder. Geen probleem maar zonder gedwongen winkelnering - Piet zei cash.

De betrekkelijkheid van onze eisen drong later behoorlijk diep tot me door.
We werden toegelaten tot de Raad van Beheer. Eenmaal lid stelde hij me voor aan Felix Halverstad. Met deze oudere joods zakenman, zo stelde hij zich voor, klikte het meteen. Soms heb ik dat - ik prijs me nu nog gelukkig. Hij vertelde alsof het gisteren was over zijn samenwerking in de oorlog met Meerburg. Felix assisteerde Walter Süskind, namens de Joodse Raad, in de Hollandsche Schouwburg. Ze vervalsten kaarten en hielpen gevangenen uit Schouwburg en crèche naar buiten. Naar steungroepen.
Indrukwekkende man - ik teken de belangstellende blik in zijn ogen de passie op zijn gezicht met alle kraaienpootjes nog zo uit in mijn hoofd.

Later maakte ik hem met Meerburg samen een keer mee. De verstandhouding tussen die twee. Niet na te vertellen. Heden en verleden liepen door elkaar alsof alles de gewoonste zaak van de wereld was. Geweest.
Van de weeromstuit verzette ik me bij een volgende RvB-vergadering tegen de leeftijdsgrens die het DB voorstelde. In de pauze vroeg de onvervangbare DB-secretaris en spin-in-het-web Gerard Salomé me om souplesse. Zo zei hij veranderde er nooit iets.
De omgekeerde wereld. Ik voelde misschien iets van de schaamte van Jan de Hartog in 1942 op de Magere Brug. Waar een joods meisje stond te huilen om haar zojuist opgenaaide gele ster. Jan zweeg en ging jankend aan haar voorbij.

Aanvankelijk is dit verzetstype veronachtzaamd in de officiële geschiedschrijving schreef Debórah Dwork, befaamd Amerikaans Holocaust-historicus. Ook 'De Bezette Stad' van Bianca Stigter, plattegrond van Amsterdam 1940-45 vermeldt alleen Prinsengracht 466 waar Meerburgs 'Amsterdamse kindercomite' ooit vergaderde. Niks geen Plantage.

Piet Meerburg vertelde Dwork hoe hij tot zijn steungroep kwam. Begin 1942 sprak hij met een joodse jongen op de studentenclub die naar huis moest: ‘Hij zei: ”Er is iets met mijn familie, de Duitsers”. Ik zei dat hij voorzichtig moest zijn. Ik heb hem nooit teruggezien. Tja dan zeg je Waarom studeer ik eigenlijk?’
Piet zette zijn netwerk op omdat ‘het probleem zichzelf presenteerde. Kinderen waren volstrekt hulpeloos.’

Dat was waar het om draaide. Nooit ging het om erkenning, zelf een plaats in de geschiedenis. Daar ben ik voor 100% van overtuigd. Ook later niet toen hij nachtmerries kreeg van de angsten en gevaren die hij had doorstaan.

Twee jaar geleden zag ik hem voor het laatst. Ik zwaaide stoppend op de fiets en hij stond in een rolstoel bij het stoplicht. Hij riep lachend ‘dag jongen’.
Ik, bijna zestig jaar, lachte verlegen terug.
Op het juiste moment klein voelen – daar blijft een mens up-to-date bij.

Literatuur:
Debórah Dwork - 'Kinderen met een gele ster' Boom 1998, waaruit geciteerd; vert. van ‘Children with a Star’ – New Haven 1991.
Kriterion - 'Vijftig jaar Onderlinge Studentensteun' - Fjodor Molenaar, Dana Linssen en Fleur Jurgens - Spinhuis 1995

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 17 april 2010


Geplaatst in de categorie: overlijden

4.2 met 5 stemmen 558



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)