Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Nachtmis

Ik zat nog maar net op de middelbare school. En bij mij in de klas zat Jack, een vrolijke, goedlachse jongen. Rooms was ie, dat wel. Hij fietste net als de meeste klasgenoten elke dag heen en weer naar huis. Soms, als je twee of meer tussenuren vrij was, waagde je de sprong en ging je even naar huis op en neer. Want we zeiden natuurlijk allemaal dat niks zo saai was als thuiszitten maar stiekem wilden we niets liever dan de school ontvluchten. Scholen waren toen oorden waar je door groepsdwang een hekel moest hebben aan alles wat doceerde, met proppen en sponzen moest gooien tijdens de les van de Duitse leraar die net terug was van een hartaanval, en als je er niet hartelijk om lachte en meedeed om leukere pesterijen te bedenken lag je uit de groep.

Heel fijne gebeurtenissen hebben met heel nare gemeen dat je ze niet ziet aankomen. Het was december ergens tussen Sinterklaas en Kerstmis en de klas verheugde zich al op de naderende vakantie aan het eind van de maand. Er stond een enorme kerstboom in de hal van de school. Die dag kwam er een politieagent de klas binnen. Met glimmende pet en laarzen en drie strepen op zijn mouw. Jack had die ochtend een ongeluk gehad. Na de vrije tussenuren op weg naar school. Het regende. Zijn capuchon zat voor zijn ogen waardoor hij tijdens oversteken zo onder een auto fietste. Dood.

De hele klas en alle leraren waren op zijn begrafenis achter de RK Kerk. Het klokgelui klonk naargeestig maar op een vreemde manier toch passend boven het open graf waar het verse zand nog naast lag. Vreemd, hoewel toch menig huisdier en grootouder al door hem waren opgehaald, dat ik deze dood niet kende. Jack lag in een blank houten kist en ik kon hem zo aanraken. De kluiten aarde vielen op de deksel van de kist. Het klokgelui klonk scheller en hoger of leek dat maar zo? Ergens in de verte kraste een kraai. Onze klas was nog nooit zo stil, schouder aan schouder met alle zwijgzame leraren die even op gewone mensen leken.

Die kerstavond daarop ging ik, hoewel niet rooms, naar de nachtmis. Het was afgeladen vol. Alleen achterin was nog een staanplaatsje. Van de priesterlijke preek zag ik niks. Wel rook ik wierook vermengd met alcohol. Tja, er wordt wat afgezopen op kerstavond. Ik was niet groot dus keek ik tegen zwarte en grijze ruggen van winterjassen aan. Toch zag ik het vrolijk lachende gezicht van Jack duidelijk over de jassen dwalen. Of leek dat maar zo?


Zie ook: http://www.gedichten.nl/Knottnerus

Schrijver: George Knottnerus, 24 december 2010


Geplaatst in de categorie: kerstmis

4.1 met 14 stemmen 385



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)