Drie beelden uit Japan
Een jongeman zit op een betonnen rand langs een weg in een weids landschap vol versplinterd hout van verdwenen huizen. Het is daar neergelegd door de tsunami. Het is mooi weer, een lichte wind verwaaid de stank en de zon schijnt. ´Ik ben mijn hele familie kwijt´, zegt de jongen, ´al mijn vrienden zijn dood´. Hij kijkt rond. Hij lijkt niet verdrietig. Hij lijkt niets te beseffen.
Een luchtfoto. Op een groot plein zijn witte lijnen gekalkt. Twee naast elkaar. De lijnen gaan op en neer als een slang en eindigen bij een gebouw. Tussen die lijnen staan Japanners te wachten. Niemand staat naast de lijn. Er wordt water uitgedeeld. Of eten. Iedereen wacht zijn beurt af.
Een groep brandweermannen wordt toegesproken. ´U gaat gevaarlijk werk verrichten. De eer van Japan rust op uw schouders´. De mannen kijken ernstig. Dit is geen geintje. Ze gaan naar de kerncentrale om te blussen. Ze zullen te maken krijgen met meer straling dan vroeger wettelijk was toegestaan. Voor de gelegenheid is de norm verhoogd. Ze weten het. Ze gaan toch.
Een ramp is voor de doden het makkelijkst.
Geplaatst in de categorie: rampen