Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Dame alleen op ´t Franse land

Er leefde ooit een Poolse prinses in Caissargues, een Frans gehucht. Gelegen niet ver van Nîmes in Gard, zuidoostelijke regio Languedoc-Rousillon. Wanneer ze er ooit aangekomen was – niemand die het zich kon herinneren. Wel wist iedereen waarom. De reden was namelijk goed voor de gulle lach in de streek. Ze was gekomen voor de rosé van de Provence maar verkeerd bezorgd. Zei ze zelf met een knipoog. In een vervallen chateau dat al sinds mensenheugenis leegstond.

Volstrekt afgebladerd maar één met de natuur en nog redelijk waterdicht en beschuttend. Waarvan niemand wist wiens eigendom het was maar zij kwam van verre met de sleutel. Poolse adel, eeuwenoud zei ze - Potocki. En dit buitengoed was al tijden in de familie. Hoewel ze zelf Marianne Lascovna zei te heten. Hoe bezorgd ook - ze wilde nooit meer weg. Haar wijsheid naar eigen zeggen regelrecht van de grote Hippocrates luidde ‘wandelen is mijn levensmedicijn’.
Naast de rosé dan toch die ze er bij haar thuis uit vaten in d'r eentje doorheen klokte.

Samen met haar labrador Jan Potocki trok ze over de wijde tijm- lavendel- en rozemarijnvelden en door de Cevenolse bossen. Soms zwierven ze weken aan één stuk. Naar toevallige ontmoetingen uitwezen met soms een aansluitende zwerfhond. Niemand wist precies waar maar wel deden de wildste geruchten de ronde. Over hoe zij overleefde op wildvlees paddenstoelen en woudknollen.
Haar labrador had scherpe tanden en een fijne jagersneus. Jan mocht op jacht en samen verorberden ze zijn prooien uit de vrije natuur.

Een artistiek type, ze portretteerde de hele plaatselijke bevolking. Iedereen wilde door haar geportretteerd worden. Omdat het zo leek. Maar ook om mee te maken hoe zij zich lavend aan kroezen rosé steeds meer aangeschoten toch precies bleef werken. Haar populariteit groeide gestaag en het dorp ook. Met tijdelijke inwoners meest familie die ook een goedkoop portret wilden. ‘Pas de problèmes’ zei Marianne want ze was gul en hield van de mensen.

Maar op een dag zag men haar ineens niet meer. Eerst viel het niet op vanwege haar onaangekondigde zwerftochten. Maar dat hield een keer op. ‘Waar is onze Marianne?’ vroegen de dorpelingen. Ze klopten op de deur maar die ging niet open. Er klonk ook nog steeds geen geblaf. De prefect forceerde toen op algemeen aandringen het slot.

Hij bevond het chateau toen verlaten in volstrekte leegstand. Er liepen enkele muizen die piepten. Zij was in alle stilte verdwenen. Iedereen was bang dat ze ontvoerd was. Oude overgeleverde spookverhalen deden weer opgang. Hoewel ze niet piepjong meer was en men haar niet als maagd inschatte.

Het bleef raden. Tot de burgemeester een brief van haar kreeg uit Nederland. Ze was in het bos een Amsterdammer tegengekomen. Een charmante schilder van natuurlijke taferelen met een verfijnde penseelvoering.
Het was meteen raak geweest, liefde op het eerste gezicht.
Ze had zeker wel heimwee – vooral met haar neus naar al die fijne geurtjes en haar tong smachtte soms nog naar rosé zelf getapt uit huiselijke vaten. Maar ze hield het redelijk droog en bleef staande met parfum. Iedereen kreeg de groeten. Ook van Jan, die ze elke dag uitliet in Zandvoort. Als het uitraakte kwam ze terug. Zo beloofde ze.


Voor Mariannne Sligting die nu haar schone schilderijen meest in die streek gemaakt exposeert in 't Pintohuis, hartje Nieuwmarktbuurt Amsterdam. Zie link.


Zie ook: http://www.aub.nl/events/...001-0417833-nl_NL?single_event

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 17 december 2011


Geplaatst in de categorie: individu

3.8 met 8 stemmen 201



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)