Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

15 centimeter, my ass

Terwijl u dit leest, schaats ik toch maar lekker de Elfstedentocht. Mijn rug op dat het niet veilig is. IJs van 12 centimeter moet maar genoeg zijn. Het is de dikte niet die telt, wel wat je ermee doet. Dus ik wacht niet op 15 cm die nooit komt.

Wie langs de oever staat te kijken, ziet dat ik de beste ben. Niet omdat ik de enige deelnemer ben, maar omdat ik zweef over het ijs, als een hoovercraft over water. Zo’n snelheid hebben ze hier sinds 1997 niet meer gezien. Ik zie rolschaatsers die mij op het land proberen bij te benen en het na 200 meter al opgeven, terwijl ik met 1 vinger op het ijs de bocht aansnijd.

In Leeuwarden kijken ze mijn rug nog na, terwijl ze in Sneek mijn bevroren neus al zien. Ik herken de toegesnelde rayonhoofden en ijsmeesters en ze krijgen allemaal mijn middelvinger te zien. Ware het niet dat ik mijn krachten moet sparen, ik schold hun huid vol over hun metingen, hun waarschuwingen, hun afwachtende houding. 15 centimeter, my ass.

In Stavoren heb ik het ijs nog niet één keer horen kraken. Ik ben nog geen enkele wak tegengekomen, geen scheurtje, geen spoor van zwakheid. Ook niet bij mezelf. De rijen toeschouwers langs de oevers dikken aan en wisselen bewonderende blikken uit. Zij zien - met nog meer dan 100 km voor de boeg - nu al de 16e winnaar van de Elfstedentocht. Zonder concurrentie, maar dat is niet meer dan een detail. Wat een rotvaart, denken ze. Wat een talent op schaatsen. Ze schreeuwen, ze brullen, alsof ze Cancellara naar de overwinning leiden in de Ronde van Friesland.

In Workum krijg ik een dipje, ik geef het toe, en ik ben nog niet eens halfweg. Maar ik geef niet op, daarvoor is mijn voorsprong veel te groot. De zestiende Elfstedentocht komt op mijn naam, laat daar geen onduidelijkheid over bestaan. Dé held ben ik, die het deed op ijs van ocharme 12 centimeter dik. Een standbeeld zal ik krijgen, maar eerst moet ik naar Bolsward.

Ik krijg honger, maar ik denk aan de feestmalen die mij vanaf morgen te beurt vallen. Alle Belgen zullen fier zijn op hún held, hún landgenoot, die toch maar weer alle Nederlanders te kijken heeft gezet in het Verre Vriesland.

In Harlingen zie ik een ijspegel uit mijn neus hangen. Ik breek hem af alsof ik nooit anders gedaan heb. Ik snij als een lauw mes door zachte boter. ‘Hij komt’ schrijven supporters op het ijs, uren voor ik eraan kom.

Vanaf Dokkum schaats ik op adrenaline. Nog 20 kilometer en niemand in mijn buurt. Ik schaats naar de onvergankelijkheid, de eeuwige roem, de cover van het Guiness Book of Records.

Ik kom aan in Leeuwarden, de uitzinnige massa tegemoet, de tong uit de keel en stotter nog: vanaf morgen zal het dooien.

Schrijver: Johan De Smet, 12 februari 2012


Geplaatst in de categorie: actualiteit

4.4 met 25 stemmen 265



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Wee
Datum:
12 februari 2012
Ijskoud de beste! :))

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)