Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Mal met de natuur

De Dortenaar Cornelis Easton (1864-1929) was een weerpionier. De man was één der eersten die gegevens met statistiek toegankelijker maakte. Hij bracht alle winters van 1205 tot 1928 samen onder 10 categorieën volgens een temperatuurcoëfficiënt.
Tot 1757 moest hij omdat er nog geen meetinstrumenten waren vertrouwen op schattingen. Puttend uit indirecte bronnen op grond van verbaal materiaal. Hij kwam zo tot impressionistische schattingen van winterindices van de 552 winters in de pre-instrumentele periode. Revolutionair in meerdere opzichten.

Toch staat de man niet onverdeeld gunstig bekend. Wij weten nu dat gegevens voor 200 van de 551 winters ontbraken. En dat hij er daarom het 'argumentum silentii' op toepaste: omdat erover gezwegen is moeten ze wel 'normaal gemiddeld' zijn geweest. Zonder dat uitdrukkelijk te melden. Zodat Easton's moderne tijd veel minder 'normale' winters telde door onderzoeksgebreken en ineens niet vergelijkbaar werd met de pre-instrumentele.

Wij kijken daar nu anders naar. Deze handelwijze is verklaarbaar uit breinziekte, in dit geval meent Jan Buisman horror vacui. In deel I van de wetenschappelijke weerserie ´Duizend jaar weer, wind, en water in de Lage Landen´. Hoe breed zijn perspectief en wat een rijkdom voor ons lezers.


Twee Friezen waren in 1610 redelijk normaal dwaas. Ze wedden dat de ene Thomas Thomassen een jaar op een zandplaat overleeft. Inzet: een rijke voorraad landbouwtuig dat Jan Cornelisz Femmes gratis zal leveren dan wel tegen vijfdubbele prijs.
Thomas betrekt 11/06/1610 zielsalleen een paalwoning op 'des Bos of Kamperzand' tussen Ameland en Terschelling. Hij zit bange dagen uit. Bij hoog water, herfstkou en -donkerte, 27 dagen lentemist. Maar 13/06/1611 komt hij het thuis navertellen.
Dat klopt zoals Buisman toont met het weerbeeld. Op 28 oktober vriest het 'glaszdick' en 2 december 1610 'fingerdick' ijs. Daarna kwakkelt de winter zonder echte uithalen. Herfst en lente waren nogal droog. Weliswaar was 10 januari 'grellich kalt' met sneeuwjacht. Maar deze 'seltsamer unlustiger dach' bereikte misschien de Wadden niet echt. De Wadden blijven klimatologisch somtijds buitenbeentjes. En de dagen daarna vielen weer mee.
Ook toen werden trouwens niet alleen vraagtekens gezet bij het dwaze karakter van dit soort onderneming. Maar ook bij de 'winst' als zodanig.

Tot slot een interessante vraag om de breedte van Buismans aanpak te illustreren: Hoe kan men wonend in een stad toch gezond blijven? (blz 20 deel IV)
In 1529, 1575 en 1576 ruimt de Stad Groningen na een pestepidemie afval snel op. Naar ideeën van ene Leon Battista Alberti in zijn boek 'De re aedificatori'. Waarin Alberti stedebouwers adviseert te letten op wind en stromend water. Stank maakt ziek en daarom bepleit hij een schoon milieu. Leg riolen aan. Weg met mest en afval. Zelfs armoede voerde Alberti al op als ziekmakend.
Hypermodern want overal hing men toen nog ´miasmentheorie´ aan. Ziekten worden daarin verwekt door uitwasemingen en dampen(miasmen).
Ook Simon Stevin werd omstreeks 1620 adept van Alberti. En van Girolama Fracastoro, arts in Verona. Deze sprak van 'ziektezaden' die van mens tot mens overgaan en door lucht worden getransporteerd.

Toch zou het nog lang duren voor deze inzichten gemeengoed werden.

Duizend jaar weer, wind, en water in de Lage Landen is gepland in acht delen waarvan er nu 5 zijn verschenen. Ik zou het fantastisch vinden als Buisman de voltooiing nog kan meemaken.


Zie ook: http://www.vwkweb.nl/cms/...=com_content&task=view&id=1874

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 11 februari 2012


Geplaatst in de categorie: natuur

4.5 met 4 stemmen 223



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Stadjer
Datum:
11 februari 2012
Wat was Groningen Stad in de 16e eeuw toch voortvarend! Fraaie, informatieve column. Dank.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)