Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

De man die iets aardigs wilde doen

Hij was een man die wat aardigs voor zijn buurt wilde doen. En het enige dat hij terug wilde was een beetje respect. Dat kreeg hij ook. Te laat, moet ik zeggen. Veel te laat en toen kreeg hij het onvoldoende.

Elke keer dat hij met de gemeente een afspraak maakte, stonden ze hem netjes te woord. Zodra hij een vraag stelde, kreeg hij een belofte dat hij zo snel mogelijk antwoord zou krijgen. We hebben je nummer, lachten ze. En hij vertrouwde het. Maar de gemeente slaagde er steeds weer niet in om het snel uit te zoeken en al helemaal niet om hem te bellen.

Dan belde hij weer en dan kreeg hij als antwoord dat ze hem zojuist wilden bellen. We wilden de telefoon net oppakken. De eerste keer was hij nog vereerd ook, maar na de tweede of derde keer geloofde hij het niet meer. Er werd niet aan hem gedacht. Ja, legden ze uit, het is vertraagd, dus viel er nog niets te vertellen, maar, vroeg hij dan, dan kun je toch minstens mailen dat het is vertraagd en een nieuwe datum noemen. Of, ja, als je geen datum weet, dan mail je dat toch?

Ja, dat konden ze. Dat beloofden ze. Beterschap beloofden ze. En deden het niet.

Elke keer weer werd hij achterdochtiger. Bozer. En achterdochtiger. De gemeente pronkte met inspraak en participatie, maar aan het eind van het liedje doen ze helemaal niets met zijn inbreng. Helemaal niets en daar een heleboel van. Dat merkte hij en daarom geloofde hij wat hij merkte.

Zelfs als de gemeente soms toch iets voor hem deed, merkte hij het bijna niet meer.

Omdat ze hem zo vaak in de waan lieten; en er niets gebeurde.

Dus het was begrijpelijk dat hij ging denken dat ze hem belazerden. En zo konden we erop wachten dat hij op een dag ontdekte dat hij echt voorgelogen was. Nu had hij bewijs! Wederhoor was niet meer nodig. Nu wist hij het zeker! Nu kon de schandpaal opgericht. En iedereen die niet mee de schandpaal wilde oprichten en de misdadigers tentoon wilden stellen op de markt in het midden van de stad, moest meteen ook maar aan de schandpaal.

Zo boos was hij. Hij kon geen onderscheid meer maken.

Hij kon niet meer luisteren. Hij kon niet meer verder, zolang Barbertje niet hing te bungelen. En dat was ergens wel jammer, want de gemeente had wel degelijk naar hem geluisterd. De gemeente had wel degelijk rekening met hem gehouden, maar te laat. Te weinig. Het kwam arrogant over. Zoals eerst de gemeente niet kon zien dat ze iemand liet bungelen, zo kon onze man niet meer zien hoe er wel rekening met hem gehouden was. Hij sliep niet meer. Hij kon niet meer blij zijn. Hij zag de schoonheid van het leven niet meer. De glimlach van zijn vrouw, het spelen van zijn kinderen hoorde hij niet meer.

Hij wilde alleen maar wat aardigs voor zijn buurt doen.

Schrijver: Jan R. Lønsing, 12 juli 2012


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.0 met 3 stemmen 185



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)