Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Medaillekoorts

Dat deelnemen belangrijker is dan winnen, dat hebben wij goed begrepen. Halverwege de Olympische Spelen zijn we nu en we hebben welgeteld twee medailles, en dan nog niet eens een gouden. Een bronzen in judo en een zilveren in ‘liggend karabijnschieten’. Vereisten voor deze laatste sporttak: liggen met een geweer in uw handen en schieten naar een schijf die 50 meter verder hangt. Ik wed dat zelfs u het kan. Honderdvijftien deelnemers hebben we naar Londen gestuurd, het Belgisch Olympisch Comité wil dat zes ervan met een medaille terugkeren. Op zich nog de moeilijkste opdracht van allemaal.

Van die honderdvijftien maar weinig bekende namen. Clijsters, Boonen, Gilbert, die wel. Al zijn ze al terug thuis. De anderen konden evengoed mijn buren zijn, wat niet veel goeds voorspelde. Dat hebben ze ook laten zien. Zaten we eens in een finale, dan eindigden we botweg laatste. Een van de losers: ‘Ik was al blij met mijn plaats in de finale, dat vond ik toch een prestatie op zich.’ Met zo’n mentaliteit moeten we het doen. Nee, goud is onze kleur niet. Rood wel, van het schaamrood op onze wangen.

Waarom zijn wij eigenlijk niet goed, ik vraag het mij af. Zijn er geen zwembaden in België waar onze zwemmers wat kunnen oefenen vooraleer zij zeggen dat een plaats in de finale al een prestatie op zich is? Zijn er geen turnzalen met toestellen en bokken, waar turners zich kunnen uitleven, al hun ribben en botten breken om dan na vier jaar afzien potten te breken op de Olympische Spelen? De Chinezen kunnen het wel. Met meisjes die hun eerste schaamhaar nog moeten krijgen. En wat doen wij, terwijl zij op het podium voorovergebogen staan door het gewicht van hun zoveelste medaille? Wij zeggen enkele dagen vóór de wedstrijd dat we misschien wel kans maken op een medaille. En onmiddellijk na de wedstrijd dat we pech hadden, dat de concurrentie te sterk was of dat een finaleplaats toch ook al iets is om mee thuis te komen.

Hockey, als de Nederlanders het kunnen, waarom wij dan niet? Onze vrouwenhockeyploeg heet niet zomaar ‘The Red Panthers’. Pure psychologische oorlog is het. Met zo’n naam sta je 2-0 voor vooraleer de tegenstander ervan bekomen is. De waarheid is dat onze rode panters zelf hockeyles gekregen hebben van hun Nederlandse concurrenten. Ze waren zelfs blij dat het maar 0-3 was. De coach: ‘De Spelen kwamen te vroeg voor ons. Geef ons nog vier jaar.’ Red the panthers, smeekte ik, maar niemand luisterde.

A horse, give us a horse! En wat leggers om over te springen, en dwarsbalken, daar zijn we goed in. Maar ons Belgisch paard had er geen zin in. Te veel andere paarden in de buurt. Verward, bronstig, gestresseerd. Kies maar.
Pingpong dan, met onze rots in de branding, Jean-Michel Saive, al zeven keer deelgenomen aan de Spelen en alles gewonnen wat er te winnen viel. Nu dan die medaille, denk je, nu dan. Verliest ie van een Griek. Van een Griek! Dan maar supporteren voor Kim Clijsters, bezig aan haar laatste seizoen, al maanden te kennen gegeven dat ze wil eindigen in schoonheid, met een Olympische medaille. Tot ze in de kwartfinales Sharapova tegenkomt. De commentaar van Clijsters na de wedstrijd: ‘Ja, ze was over de hele wedstrijd sterker dan ik.’

In deelnemen, beloftes en analyses zijn we koudweg de beste.

Schrijver: Johan De Smet, 5 augustus 2012


Geplaatst in de categorie: sport

4.1 met 23 stemmen 3.662



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)