Paradise Beach
Hollanders zijn nog de kwaadste niet. Ze zijn luidruchtig, dat wel, en ze nemen ook hun eigen proviand mee van thuis. Fruitsapjes, flesjes water, koekjes, snoepjes. Want een hotel is duur. Het is ook geen cliché dat veel Hollanders kaas eten en Kees heten, vooral op vakantie. Dan is het van Kees hier en Kees daar. Kees, verzet de ligzetels eens. Kees, geef me de zonnecrème eens aan. Kees, ga op de kamer eens een flesje water halen. Kees, haal me snel nog een sneetje kaas aan het buffet. En Kees gehoorzaamt, want Kees wil geen ruzie te midden van een restaurant of strand vol landgenoten en vreemden.
Meer kwaad kan je van Hollanders niet zeggen. Ze zijn er, maar niet al te nadrukkelijk.
Niet zo voor Duitsers. Die zijn overal. Met hun dikke buik en heuptas murwen ze zich door liftdeuren en ligzetels. Ik vertrouw ze niet. Al mag ik de oorlog niet blijven meeslepen.
Engelsen, breek me de bek niet open. Geen bar of er hangt een Engelsman aan. Geen dorstige nacht gaat voorbij of er gaan er twee op de vuist, net in de gang waar jij logeert. Ze keren te pas en te onpas terug naar hun kamer, meestal als de bar sluit, om vijf uur ‘s morgens, en ze slaan hun kamerdeur dicht alsof de hele verdieping van hen is.
Amerikanen zijn een ras apart. Veel te sociaal zijn ze. Ze mogen geen landgenoot zien, of ze zitten er ‘s avonds mee aan tafel en ‘s anderendaags bij het ontbijt nodigen ze elkaar uit voor Thanksgiving, hun excuus om een kalkoen en hun maag te vullen.
Maar alles verdwijnt in het niets bij Russen. Dàt zijn de kwaadsten. Ze dragen gouden kettingen en dure merken. Van hun taal kan je niks maken, maar het klinkt als keiharde oorlogstaal. Ze kijken nors, alsof zij het zijn, tegen de rest van de wereld. Maar ze zullen winnen, altijd. Daarom plunderen ze ook het hele buffet en zetten ze hun eigen tafel vol met eten. Om ons te tonen wie de baas is. Voor later.
Geplaatst in de categorie: vakantie