Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Dood

Je staat er niet zo vaak bij stil. De dood. Totdat hij op je pad komt. Bij de een wat vroeger; bij een ander later. Soms letterlijk. Een goede vriendin overleed ooit tijdens een hardloopwedstrijd.
Maar wie denkt er nu aan de dood van een achtjarig jochie bij een marathon zoals in Boston? Ik wel, en ik ben niet de enige.

Er is zeker over nagedacht. En dan bedoel ik niet alleen over explosieven en schroeven in een snelkookpan. Als je de Twin Towers als de kathedraal van de westerse wereld beschouwt, dan is een marathon, zelfs die in Boston, de hoogmis. Het zou me niets verbazen als kinderen op school leren dat hardlopen een van de wereldgodsdiensten is. Misschien is sport en zeker extreme sport, een nieuwe manier om het leven – en het bijna dood zijn – te ervaren. Dan komt zulk nieuws overal extra hard aan.

De dood valt bij ons westerlingen zo rauw op ons dak, omdat hij afwezig is in het dagelijks leven. De tijd van hoge kindersterfte, een gemiddelde levensverwachting van nog geen veertig en het risico dat je aan een griepje dood ging, ligt ruim achter ons. We worden met z’n allen zo oud dat we al bijna vergeten zijn voor dat we dood zijn. Of we vergeten daardoor, of doordat we minder naar de kerk gaan, dat je dood kunt gaan. We hebben de crematoria verbannen naar plekken waar je verder nooit komt. Begraafplaatsen - in ieder geval de meeste Nederlandse - zijn evenmin aantrekkelijke verblijfsplaatsen.

Leeftijd speelt een rol, zeker. Bij mijn moeder hangt in haar bezemkast een telefoonlijst van de medebewoners in haar appartementencomplex. Er staan steeds meer doorhalingen tussen. Op de verjaardagskalender in de wc verschijnen kruisjes bij namen.

Ik sprak kort geleden de beheerder van de begraafplaats in haar woonplaats over verlenging van de grafrechten van mijn vader. Hij wees mij er op dat verlenging met het oog op een latere bijzetting relatief voordelig is. 'Weet je wat je moeders wens is?' vroeg hij. 'Of wil ze gecremeerd worden?' Ik antwoordde dat ze dat graag aan haar kinderen overliet. De man zuchtte. 'Dat hoor ik helaas vaak,' zei hij. 'Laat het me weten als jullie er uit zijn.'

'Wat zou jíj willen, voor jezelf bedoel ik?' vraagt een vriend aan mij in een café als we het over dit onderwerp hebben. Zijn vrouw is net naar Noord Thailand vertrokken om daar de as van haar overleden vader te verstrooien in de Mekong. 'Dat wil ik ook,' zij hij. 'Een rare gewoonte is het, begraven. Ik ben tegen grafzerken. Jij niet dan?' Ik wil daar sterven, zonder iets, zonder iemand nog tot last te zijn.'
Het valt me nog mee dat hij niet pleit voor een afscheid zoals in de Japanse film Narayama. Daarin dragen kinderen in een berggemeenschap hun ouders vóór hun zeventigste levensjaar de berg op. Om daar te sterven en niet langer de jongere generatie te belasten.

Ik weet het niet. In de NRC•Next van 19 april stond een foto van een Tibetaans afscheid. Bij gebrek aan bomen en door permanente vorst in de grond worden de lijken daar in mootjes gehakt en publiekelijk aan gieren gevoerd. Om dichter bij de hemel te komen. Wie wil dat niet? Maar wel een gedoe. Ik heb niks met begraven. Het graf van mijn vader zegt me niets. Cremeren dan en uitstrooien over mijn moestuin? Ik ga er nog maar eens een nachtje over slapen. Een boel nachtjes, hoop ik.

Schrijver: de Thuistoerist, 22 april 2013


Geplaatst in de categorie: overlijden

4.8 met 8 stemmen 350



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
rob wiering
Datum:
28 april 2013
Misschien kun je hier nog een vervolg op schrijven? Goed onderwerp!!
Naam:
J.de Groot
Datum:
24 april 2013
Email:
joke190411hotmail.com
Daar vraag je wat, wat wil een mens?
Veel mensen denken: dat zie ik tegen die tijd wel,
maar hoeveel nachtjes je nog kunt slapen.....????

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)