Volksaard
‘Gab’s Spass?,’ vraagt de schoonmaakster aan ons, als ze na de voorstelling de filmzaal binnenkomt. Een vriend van mij en ik zijn de enige nog overgebleven bezoekers in de zaal. Het is september 2004. De film maakte indruk. Maar de voorstelling is vooral bijzonder omdat het de Duitse première van der Untergang is, in een stadje net over de grens. De zaal zat zo goed als vol met Duitse bezoekers van verschillende generaties.
Der Untergang vertelt het verhaal van het Nazi-regime dat ten onder gaat en bijna het hele volk in zijn val meesleurt. Vooral in de scene waarin Magda Goebbels voorkomt dat haar vijf kinderen een toekomst zonder nationaal-socialisme tegemoet gaan, is het stiller dan ik ooit eerder in een volle bioscoopzaal heb meegemaakt.
Hoe zou het voelen om te zijn voortgekomen uit een samenleving die – toen nog maar 60 jaar geleden - zo’n enorme verwoesting heeft aangericht en zelf bijna ten onder ging? Hoe werkt dat door in je bestaan, binnen je familie, in relaties? Wat betekende die oorlog voor je identiteit als Duitser? Voor diegenen die Derrick nog van tv kennen: de acteur Tappert en zijn producent vonden het wijselijker om te zwijgen dat ze alte SS-Kameraden waren. Hoe respectabel Duitsers ook met hun oorlogsverleden omgaan, zwijgen en geheimhouding hebben zeker hun stempel op latere generaties gedrukt.
En daar zit je dan, met een bord babi pangang op schoot en tv kijkend naar kroningsparade op het IJ. Hoe zit het eigenlijk met die Nederlandse identiteit, vraag ik mij af. De boten en performances waar het koninklijk paar aan voorbij trekt: de Jostibandboot, de homoboot, de musicalboot. Epke Zonderland aan de rekstok. Ze laten ons en de buitenwereld zien wie we zijn. Het zal allemaal wel. Met het schaamrood op de kaken bevond ik mij ooit op een Belgisch popfestival waar Nederlanders om de haverklap hun Nederlanderschap met een ‘olée-olé- olé-olé, we are the champions’ bevestigden. Aanleiding vormde ongetwijfeld een gewonnen voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal.
Ik begrijp dat soort sentimenten niet. Wat is nou het aandeel van deze schreeuwerds in zo’n gewonnen partijtje? Of mijn aandeel in die canon van het Nederlanderschap op de kroningsdag? Om over dat gekke lied maar te zwijgen. Hoewel die discussie daarover weer wel wat zegt over onze identiteit.
Ik stamelde destijds dat Spass niet het eerste woord was dat bij het zien van der Untergang bij me op kwam. De Turkse schoonmaakster zat er niet mee. In hetzelfde soort Duits als het onze vroeg ze of ze kon stofzuigen op de plek waar wij zaten. Voorzichtig landden we weer in de realiteit en maakten we plaats voor haar. We hadden gekozen voor de Duitse voorstelling omdat de film in Nederland nog niet te zien was. Bovendien overwoog mijn vriend destijds zich met zijn gezin in Duitsland te vestigen. Ervaren hoe Duitsers nu der Untergang beleefden leek ons een geschikte mini-inburgeringscursus. Het is er overigens nooit van gekomen, die verhuizing.
Geplaatst in de categorie: actualiteit
Veel inzicht, mooie stijl van schrijven.
Ja,
""bord babi pangang op je schoot...mooie zin!""