Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Bediend

‘En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden.’ (Jak. 5,14-15)

Het kan nu elk moment gebeurd zijn. Mijn oom, de laatst overgebleven broer van mijn al lang overleden vader, nadert zijn einde. Als je 86 bent is dat niet zo gek. Donderdag is hij bediend. Zo nu en dan heb ik mijn oom bezocht in de jaren na de dood van zijn vrouw, nu meer dan 10 jaar geleden. Eerst in zijn eigen huis, de laatste paar jaar in het verzorgingshuis waar hij verblijft. Ze hadden geen kinderen.

Ik ben bij zijn bediening. Ziekenzalving wordt het ook wel genoemd; de laatste van de zeven sacramenten voor katholieken. Ik kom als een van de laatsten zijn kamer binnen. Met z’n negenen is het vol in het kleine kamertje. De zieke ligt in bed. Hij is hard achteruitgegaan in de afgelopen tien dagen. Rond de ingevallen mond vormt zich een glimlach. Of ik meen hem te zien. Hij herkent me. Als ik zijn hand pak, laat hij deze niet meer los. Zijn spraakvermogen is hij nagenoeg kwijt, maar hij is bij kennis en kijkt me aan. Het is warm binnen. Ik vertel hem dat ik nog even blijf. Na enkele minuten wordt zijn greep iets losser. Ik maak mijn hand voorzichtig los uit de zijne en neem plaats in de kring rond het bed.

Het is vreemd om dan een gesprek te voeren, met mijn oom erbij zonder dat hij aan het gesprek deelneemt. Het lijkt op de ontmoetingen met mensen rondom een opgebaard iemand, of een pasgeborene. Met de komst van de pastoor verandert de setting. Alle aandacht is nu gericht op deze man met de bruinleren dokterstas. Het is geen man in een priestergewaad, maar iemand van mijn leeftijd en onze kleding is vrijwel uitwisselbaar. In een van de revers van zijn colbert steekt een zilverkleurig kruisbeeld. Hij haalt een sjaal, het heilig oliesel en liturgieboekjes uit zijn tas en verdeelt de laatste onder de aanwezigen. Dan richt hij zich met een luide stem tot mijn oom en kondigt aan dat we samen gaan bidden.

Nadat hij de zieke onder het uitspreken van een kort gebed met de olie op het voorhoofd en in de handen heeft gezalfd, neemt hij de handen van mijn oom in de zijne. Het duurt bij de zielzorger ook even voor hij zijn handen weer terugkrijgt. Bij het inpakken van zijn tas wist de priester zich het zweet van het voorhoofd. Op de vraag of hij het de laatste tijd druk heeft slaakt hij een diepe zucht. 'Veel zieken en dan heb ik ook nog twee bisschoppelijke bijeenkomsten… Alsof Pasen en kerstmis op één dag vallen, mijnheer!' De woorden in Limburgs dialect vloeien als warme appelstroop uit zijn mond.

Als de geestelijke al uit het zicht van de zieke is, richt mijn oom zijn arm op uit het bed. Iemand roept de pastoor na dat de zieke hem uitzwaait. Hij draait zich kort om en roept terug: 'ik zei het al,bidden helpt!' En weg is hij. In de stilte die volgt horen we dat de zieke iets probeert te zeggen. 'Buiten…gewoon.' We horen het, allemaal. Iedereen lacht. Het is de bevrijdende ontspanning die ook optreedt bij een drukke kraamvisite. Als we zeker weten dat de knetterharde scheet die we horen van de nieuwe mens is. En van niemand anders.

Schrijver: de Thuistoerist, 23 september 2013


Geplaatst in de categorie: overlijden

4.0 met 4 stemmen 363



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)