Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Zondagochtend

Het zag er vredig uit. De bladeren hadden zich neergedrapeerd op de grond. Het leek alsof ze waren gaan liggen. Niet alsof ze van de bomen waren gevallen. De ochtendzon baande zich een weg door de bomen en struiken. Gewillig gaven de stralen zich over aan de schaduw. Die had met de komst van de Herfst de macht overgenomen tussen de bomen.

Mijn kinderen doorbraken de stilte met luidkeels enthousiasme. Een onzichtbaar konijn maakte zich in de verte uit de voeten. Desondanks vergeet ook ik weleens, dat kinderlijk enthousiasme net zo natuurlijk is, als het bos zelf. Toen we pas enkele tientallen meters hadden afgelegd, werden we al achtervolgd. Vier paarden kwamen onze richting op en wij posteerden ons aan de zijkant van het pad. De kinderen waren nu stil en stonden met open mond te kijken.

Een man in een rode jas reed met zijn bruine hengst voorop. Hij had een hoed op, die hem potsierlijk stond, hier in de Hollandse natuur. Ik kan me niet herinneren of hij me aankeek. Maar hij begon van een afstand al tegen mij te roepen.
'U heeft uw auto lekker midden op het pad gezet! Straks komen er ook paarden met wagens. Die zullen uw spiegels wel niet sparen.'
Ietwat verbouwereerd en in de veronderstelling dat ik kinderen bij me had, dacht ik snel na. Ik besloot hem wel te antwoorden. Ik ging voor de luchtige manier.
'Ach, in de middeleeuwen reden die koetsen ook niet alleen over de gemaakte paden.'
'Nou, meneer zet uw auto maar eens zorgvuldiger neer', zei hij streng.
De auto die ik daar al jaren achteréén neer had gezet, stond inderdaad op een bospad. Het gapende weiland gaf iedereen die maar wilde, genoeg ruimte er omheen te kunnen.
Ik kon het toch niet laten en riep hem onvolwassen wat na: 'Gezellig hoor, op zondagochtend met de kinderen naar het bos.'

De paarden en hun berijders waren al gepasseerd. Ik hoorde de man doormopperen tegen zijn reisgenoten.
Mijn kinderen leken van het hele voorval weinig mee te krijgen. De oudste van vier zei nog wel: 
'Papa, wat zei die meneer tegen jou'.
Ik keek hem aan.
'Die meneer wil dat papa de auto ergens anders neerzet.'
Mijn zoon die in de 'waarom'-fase zit dacht na.
'Maar waarom papa? Hij kon er toch langs.'
Ik aaide hem over zijn bol en we gingen op zoek naar eikels.

Schrijver: Gustaf Kreuz, 1 november 2015


Geplaatst in de categorie: natuur

4.3 met 3 stemmen 131



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)