Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

De heidense kerstboom

Vandaag las ik in de krant: Sterren halen de kerst in huis. Nou kan mij het geen kerstbal schelen wat BN’ers uitvreten thuis maar ik moest wel even terug denken aan de kerst vroeger bij ons in huis toen ik het las.

Sint Maarten en Sinterklaas hebben we weer gehad. Dat waren de feestelijkheden waar je als kind smachtend naar uitkeek. Snoep en cadeautjes en je kinderhand was weer gevuld. Kerst was ook wel leuk vanwege de sfeer maar pakjes onder de kerstboom waren er destijds niet bij in gereformeerde kringen. Dat was een heidense gewoonte en daar deden we niet aan mee.

Het was al bijzonder dat er een kerstboom in huiskamer mocht staan. Dat het gebruik van de kerstboom een bedenkelijk overblijfsel was van de Germaanse joelfeesten wisten de gereformeerde mannenbroeders niet of men deed alsof men het niet wist. Je wilt toch wát met kerst als cadeautjes verbannen zijn. Je dacht toch niet dat Jezus in Bethlehem een kerstboom naast zijn kribbe had staan. Welnee daar hadden ze in die tijd nog nooit van gehoord. Een stinkende os en een balkende ezel loerden toentertijd verbaasd zijn kribbe in. Daar Jezus deel uit maakte, en nu nog steeds vermoed ik, van de drie-eenheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, was hij reeds behoorlijk pienter voor zijn leeftijd. Hij moet gedacht hebben, starende naar de koppen van os en ezel: waaraan heb ik dit te danken. Dat was een zeer diepzinnige gedachte voor een pasgeboren baby waar we heden ten dage, na eeuwen uitgebreid speurwerk, het antwoord nog steeds niet op gevonden hebben. Maar goed ik dwaal af. Net als een schaap van de kudde.

Het optuigen van de kerstboom was een familieaangelegenheid. Een kerstboom met kluit deden we nog niet aan. Het besef tot de noodzaak van recycling was nog niet doorgedrongen. Er werd een ruw houten kruis onder de kerstboom getimmerd om er voor te zorgen dat de boom niet met brandende kaarsjes en al zou omvallen. Dat houten kruis werd afgedekt met crêpepapier zodat we daar niet tegenaan hoefden te kijken. Het was kerst en dan wilden we nog niet aan het kruis denken. Dat kwam met Pasen wel weer.

Na strategische plaatsing van de boom in een hoek van de kamer kwam mijn moeder voorzichtig met de kartonnen doos met versierselen de kamer binnen schrijden. Daar lagen, in nepstro, de ballen, klokjes, pegels en engelenhaar uitnodigend te wachten op hun jaarlijkse moment van glorie. Verschillende kleurtjes in de boom was er niet bij. Eenvoud en soberheid troef. Alle attributen waren zilverkleurig. Het enige exotische was een zilveren vogeltje met een pluimstaartje van engelenhaar. Het was een wikken en wegen om alles op een esthetisch verantwoorde wijze over de boom te verdelen. De grotere objecten onderin om een idee van stabiliteit te scheppen. De piek, omhoog wijzend naar de hemel, bekroonde het kunstwerk. De knijphoudertjes voor de kaarsjes waren het moeilijkst. Die moesten op stevige takken gezet worden en mochten vooral niet scheef staan. De witte kaarsjes werden alleen op kerstavond aangestoken. Een emmer water onder de boom want je weet maar nooit. Het af en toe knetterend vlam vatten van boven de kaarsjes hangende takjes maakte de spannende dreiging van een totale ondergang duidelijk voelbaar. Mijn vader trad echter altijd snel en kordaat op en vrijwaarde de hele familie herhaaldelijk van een vroegtijdige vurige hemelvaart.

Had ik bijna de suikerkerstkransjes vergeten die over de takuiteinden werden geschoven. In de week tot kerst verdween er op raadselachtige wijze altijd wel een dozijn. Mijn wijze moeder vulde, zonder medeweten van mijn vader, het verlies weer stiekem aan om onvrede over vermeende diefstal in de aanloop naar kerst te voorkomen.

Op kerstavond werd er uitbundig gezongen bij de brandende boom. Het “Vrede op aarde, vree-ede op aarde” galmt nog regelmatig rond in mijn brein bij het aanzien van een verlichte kerstboom. Ik had als kind reeds een behoorlijk vooruitziende blijk en zong altijd, binnensmonds uiteraard zodat mijn vader het niet hoorde, “Vreten op aarde, vree-eten op aarde”. De tafels zijn inderdaad rijkelijk gedekt tegenwoordig maar met die vrede wil het nog steeds niet lukken. Ook zongen we over de herdertjes die bij nacht in het veld lagen en die na het schaapjes tellen de engelen hoorden zingen.

Nee nee...geen Ajax, Ajax. Dat kwam pas tweeduizend jaar later na de geboorte van de nieuwe verlosser. Ook een JC maar vrede brengen...ho maar.

Prettige kerstdagen alvast.

Schrijver: Ben Noorderling, 7 december 2015


Geplaatst in de categorie: actualiteit

4.0 met 5 stemmen 595



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
7 december 2015
Beeldend geschreven, met veel plezier gelezen!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)