Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Asielzoekers

Ik mocht een asielzoekerscentrum bezoeken.

Er woonden geen asielzoekers, maar mensen. Goede mensen op zoek naar een leven. Maar ze mogen niet leven zolang ze geen status hebben. Zonder status mag de overheid ze het land door jagen.

‘Ik weet niet hoe lang ik hier blijf. Het kan zijn dat we morgen naar een andere plek moeten. Of volgende week. Maar het kan ook zijn dat we hier nog maanden moeten blijven.’

Ze hebben niets anders dan een bed, brood en onderdak. Een familie woont met zijn vieren in een kamer waarin een student in zijn eentje woont. Maar met dat verschil dat de student een douche en wc heeft die hij deelt met nog een stuk of vijf mensen – en zij, met vijftig. Ze eten elke dag magnetronmaaltijden. Kant en klaar. Dat is op den duur niet lekker – voor niemand.

‘Brood vind ik wel lekker. Maar het warme eten niet.’

Het brood is gewoon brood. Het beleg is jam.

Ze hebben allemaal een mobiele telefoon. Daarop kan elk moment nieuws komen uit Syrië. Dan horen ze dat hun geboortestad weer is gebombardeerd. Hun vader, huisarts, is achter gebleven omdat er artsen moeten blijven. Ze proberen vader te bereiken. Internet ligt eruit, daar in Syrië. Ik vertel een verhaal van een meisje dat een dag lang haar vriend niet via whatsapp kon bereiken. Ze begrijpen het verhaal. Ze begrijpen de zorgen die ze had. Ze moeten er ook om lachen.

‘We weten wat er aan de grens bij Macedonië gebeurt. Maar wat kun je doen. We zien ook de tentenkampen. Maar wat kun je doen. In Syrië kon niemand veilig over straat lopen. Daarom zijn we gevlucht. Mijn zoon moest het leger in. Daarom zijn we gevlucht. Hij wilde Assad niet verdedigen en hij wilde niet op zijn medemensen schieten. We zijn over bergen gelopen. We hebben ook in rubberboten gezeten.’

‘We wachten op status. Dan mogen we weer wat doen.’

‘Ik wil studeren,’ zegt de zoon.

Schrijver: Jan R. Lønsing, 17 maart 2016


Geplaatst in de categorie: politiek

4.0 met 7 stemmen 152



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
18 maart 2016
Dank voor deze column medemenselijkheid.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
17 maart 2016
In overheidsinstituten moet je inderdaad eten wat de pot schaft en de Hollandse pot is, laten we eerlijk zijn, vaak nogal saai en smakeloos te noemen. Zeker als die ook nog uit een opwarmapparaat komt, wat ik wel erg gemakzuchtig vind van de 'koks', want zelfs in het leger krijg je vers voedsel uit megapannen. Er kleeft wat ellende aan de eeltloze handjes van die tiran Assad. Natuurlijk gun je de vluchtelingen iedere dag een goede maaltijd. Ze moeten door de zure appel zien heen te bijten en vroeg of laat krijgen ze het absoluut beter dan nu. Tegenover mij is een huurhuis leeg komen te staan. Van mij mag daar zo een Syrisch gezin in komen te wonen, lekker ruim, eigen douche en wc, kunnen ze eindelijk weer eens op adem komen en tot zichzelf komen. En, heel belangrijk, kunnen ze weer van hun eigen voedselkeuze genieten. Ik vond het eten in Israël en Turkije ook veel lekkerder en gevarieerder.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)