Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Z tot Z

'Het is 110 kilometer maar je komt wel vijf kilo aan'.

In het wandelpeloton hoorden we vaak over dat lopende buffet daar in de polder. Dat deze tocht een begrip is, wil iets zeggen, wandelaars kunnen evenementen maken en breken.

Na de honderd, vorig jaar in België, zijn mijn maatje en ik er klaar voor. Denken we. De stap naar een nieuwe subcultuur, die van de 'long distance walkers'. Een stap van een uurtje of twee langer lijden. We willen nu eenmaal grenzen verleggen.

Vroeg in de avond verlaten we Zeewolde. Een etmaal de tijd om daar via een omweg terug te keren. Excursie door de nieuwste provincie van Nederland. Provincie uit een goocheldoos.

De energie is goed, het weer formidabel. Eindeloos water ruilen we langzaam in voor een indrukwekkende sterrenhemel. Een bord met 'Zuiderzee' laat me wegdromen naar vroeger tijden.

Na dertig kilometer grappen we dat de Kennedymars begint. Dat we zojuist slechts ingelopen hebben.

De knie van mijn vriend speelt op. Het wordt van kwaad tot erger. Heeft het over opgeven. Dan is er echt iets aan de hand.

Een bord nasi, de rust, een stuk tape en drie tabletjes verder loopt hij weer als een kievit. Ik ben met stomheid geslagen. Denk terug aan de mannen van de EHBO: iemand met bloedblaren tussen de tenen die door wilde. Tussen alle tenen. Lopers en karakters.

Continue zijn mijn maatje en ik aan het rekenen. Uitlopen is één, binnen de tijd is een ander ding. Heb niet langer oog voor het polderlandschap.

Ik app een vriend die regelmatig bij zijn vriendin in Lelystad vertoeft.
'Waarom hebben ze zo ontzettend veel drooggepolderd?'
'Om er windmolens op te zetten,' krijg ik terug.

Boven de tachtig begint het. Probeer al vele kilometers mijn emoties achter de gordijnen te houden. Mijn breken zo lang mogelijk uit te stellen. Weet dat het dan loodzwaar gaat worden.

Mijn kaak begint te trillen. Als jij niet loslaat, zorgt je lichaam wel dat je loslaat.

Eén van de vele motorrijders van de organisatie stopt naast me:
'Hoe gaat het met je?'

Deze eenvoudige welgemeende vraag doet het. Mijn vliezen breken.

Bij wederom een goed gedekte dis heb ik een korte dialoog met een andere loper:
'Dit kun je toch niet verzinnen?'
'Het is waanzin, maar volgend jaar sta ik hier gewoon weer!'
Mijn maat ligt op de tafel.

Na een stuk bos waar geen einde aan komt dan eindelijk, eindelijk een post.

Zonder stoelen.

Vanuit mijn ooghoek zie ik een kinderkrukje van de verkeersregelaars verderop. Bedenk me geen moment.

'Nog 13 kilometer, je gaat toch niet opgeven?'

Ik weet dat ik het niet zal doen, toch zeg ik dat ik niets liever zou willen. Voor mij is dit krukje nu de mooiste plek van de wereld.

We hebben tijd verloren. Begrijp er geen bal van. Mijn maat coacht me. In moordtempo lopen we naar de volgende post.

Steeds weer rekenen. Ik begin aan iets van mijn zevende reserve.

'Toppers!' roepen wat omstanders.
Man, man, man, wat komt dit binnen!

In veilige haven zijn en niet meer willen. Het houdt niet op. Snikkend van de pijn ga ik mijn weg.

Met tranen over mijn wangen spreek ik in de microfoon. Bedank alle mooie mensen uit dit groene gewest. Een wonder dat mijn stem niet overslaat.


Zie ook: http://www.reneturk.nl

Schrijver: René Turk, 13 september 2016


Geplaatst in de categorie: emoties

3.0 met 7 stemmen 192



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Eduard van Stuivenberg
Datum:
14 september 2016
Email:
Eduard.van.stuivenberggmail.com
Hey Rene,
Mooi stukje. Laten we volgend jaar elkaar nog eens spreken. Wellicht dat jij en je maat samen met mij wilt lopen.
Opnieuw deze geweldige lopend buffet afgaan...
Naam:
Ton Hettema
Datum:
13 september 2016
Goeie god, wat een eindeloze afstand.
Daar doe ik een hele week over.
Is het niet wat overdreven?
Jullie doen voor je sportieve genoegen wat vluchtelingen uit lijfsbehoud doen.
Zeer knap van binnenuit beschreven!
Ik kan het helemaal meevoelen..

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)